Wet van 20 december 1956, houdende verhoging van militaire pensioenen met een algemene
toeslag
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de beperking van overheidspensioenen bij
gelijktijdige aanspraak op een pensioenwet krachtens de Algemene Ouderdomswet (Stb. 1956, 281) het wenselijk maakt de militaire pensioenen verder aan te passen aan het
geldend bezoldigingspeil;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: