Besluit van 10 maart 1959, houdende gelijkstelling van bepaalde uitkeringen met wachtgeld
in de zin van artikel 95 van de Pensioenwet 1922 (Stb. 240) en van artikel 19 van
de Militaire Weduwenwet 1922
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de gemeenschappelijke voordracht van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming
en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie en voor Defensie van 24 december 1958, no.
04079/15, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, Afdeling Pensioenen en Wachtgelden;
De Raad van State gehoord (advies van 3 februari 1959, nr. 47);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 27 februari 1959, Hoofdafdeling
Overheidspersoneelszaken, Afdeling Pensioenen en Wachtgelden, No. A 594/383;
Hebben goedgevonden en verstaan: