Besluit van 11 juli 1975, houdende regelen betreffende de inhoud en dagtekening van
de akte, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Colportagewet
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Onze Minister van
Justitie van 3 juni 1975, no. 675/319 W.J.A., gehoord de Commissie Uitvoeringsvoorschriften
Colportagewet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
Gelet op de artikelen 24, tweede lid, onder b, en 25, derde lid, van de Colportagewet (Stb. 1973, 438);
De Raad van State gehoord (advies van 25 juni 1975, no. 10);
Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris en Onze voornoemde Minister
van 9 juli 1975, no. 675/375 W.J.A.;
Hebben goedgevonden en verstaan: