Beschikking bestrijding bacterievuur 1984

Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-11-2015 en zichtdatum 24-12-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 08-04-2016

Beschikking bestrijding bacterievuur 1984

De Staatssecretaris van Landbouw en Visserij,

Gelet op de artikelen 1, 2, 3, 4, en 8, onder c, van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983 (Stb. 641),

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Als bacterievuurwaardplanten als bedoeld in artikel 5bis van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten worden aangewezen boomkwekerijgewassen van Amelanchier, Chaenomeles, Cotoneaster, Crataegus, Cydonia, Eriobotrya, Malus, Mespilus, Photinia davidiana (Stranvaesia Hort.) Pyracantha, Pyrus, en Sorbus voor zover deze worden geteeld in de in artikel 4 van deze regeling bedoelde gebieden.

  • 2 De bedrijfsmatige teelt van planten van Cotoneaster salicifolius floccosus, Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster watereri en de daartoe behorende cultivars en van het geslacht Photinia davidiana (Stranvaesia Hort.) is gedurende het volledige kalenderjaar in de in artikel 4 genoemde gebieden verboden.

Artikel 3

  • 1 Het opplanten, bewaren en vervoeren van planten van Cotoneaster salicifolius floccosus, Cotoneaster salicifolius en Cotoneaster watereri en de daartoe behorende cultivars en van het Photinia davidiana (Stranvaesia Hort.), alsmede van Crataegus calycina, Crataegus laevigata en Crataegus monogyna met uitzondering van de daartoe gehorende cultivars is verboden in de in artikel 4 genoemde gebieden.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt, niet:

    • -

      voor zover zulks plaatsvindt, onverminderd het bepaalde in artikel 1, tweede lid, in het kader van de bedrijfsmatige teelt van Boomkwekerijgewassen;

    • -

      voor zover de bedoelde handelingen geschieden in een gebied van bijzondere landschappelijke waarde met de in het eerste lid genoemde Crataegus-soorten ten behoeve van de bijzondere landschappelijke waarde.

Artikel 4

De gebieden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, worden, op kaarten met topografische achtergrond, behorende bij deze regeling, aangewezen.

Artikel 5

Op de kaarten, bedoeld in artikel 4, worden, in voorkomend geval, tevens de gebieden van bijzondere landschappelijke waarde, bedoeld in artikel 1 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983, aangewezen.

Artikel 7

Als planten, bedoeld in artikel 8, sub c, van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983, Stb. 641, worden aangewezen Crataegus calycina, Crataegus laevigata en Crataegus monogyna met uitzondering van de daartoe behorende cultivars.

Artikel 8

De Beschikking bestrijding bacterievuur 1979, Stcrt. 81 en de Beschikking teeltverbod Cotoneasters Boskoop en omgeving (1976, Stcrt. 192) worden ingetrokken.

Artikel 9

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 9 maart 1984

De Staatssecretaris van Landbouw en Visserij,

A. Ploeg

Bijlage

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te ’s-Gravenhage, het kantoor van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen, de kantoren van Naktuinbouw te Roelofarendsveen en Raamdonksveer en gepubliceerd op http://www.nieuwevwa.nl.]