Beperking operaties met niet-geluidgecertificeerde straalvliegtuigen

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-07-2006.
Geldend van 27-05-1984 t/m heden

Beperking operaties met niet-geluidgecertificeerde straalvliegtuigen

De Minister van Verkeer en Waterstaat.

Gelet op artikel 4 van het Besluit van 21 mei 1981, houdende vaststelling van regels ter beperking van geluidhinder door luchtvaartuigen (Stb. 1981, 343),

Gelet op de Richtlijn van 21 april 1983, 83/206/EG, van de Raad van Europese Gemeenschappen (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 1983, nr. L 117/15), tot wijziging van de Richtlijn van de Raad van 20 december 1979, 80/51/EG, inzake de beperking van geluidhinder door subsonische luchtvaartuigen (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24 januari 1980, nr. L 18–26);

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 1988 is het opstijgen van of landen op de krachtens de Luchtvaartwet aangewezen luchtvaartterreinen verboden voor civiele vleugelvliegtuigen met straalturbineaandrijving, waarvoor de maximaal toegelaten snelheid kleiner is dan die van het geluid voor zover deze niet voldoen aan de bepalingen en voorschriften, welke ten minste gelijk zijn aan de minimum maatstaven, die zijn vastgesteld op grond van Bijlage 16, le editie 1981, Titel I, Deel II, Hoofdstuk 2, van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. H 165).

Artikel 2

De Minister van Verkeer en Waterstaat kan tot uiterlijk 1 januari 1990 ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 1 indien naar zijn genoegen wordt aangetoond dat het voor de aanvrager vooralsnog onmogelijk is vluchten uit te voeren met vliegtuigen, welke aan de in artikel 1 bedoelde bepalingen en voorschriften voldoen.

, 25 april 1984

De

Minister

voornoemd,

N. Smit-Kroes