Rijkswet van 20 juni 1985, houdende vaststelling van enige overgangsbepalingen in
verband met het verkrijgen van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk door Aruba
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat een van 7 tot en met 12 maart 1983 te 's-Gravenhage
gehouden conferentie van de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen
en Nederland ermee heeft ingestemd dat Aruba als overgang naar de onafhankelijkheid
voor een periode van tien jaren de hoedanigheid verkrijgt van land in het Koninkrijk
op de grondslag van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en dat het in verband daarmee nodig is enige overgangsbepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze: