Wijzigingswet Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (invoering gelijke [...] van mannen en vrouwen alsmede enige andere wijzigingen)

[Regeling materieel uitgewerkt per 21-03-2012.]
Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-03-2006.
Geldend van 01-01-1992 t/m heden

Wet van 9 oktober 1991, tot wijziging van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (invoering gelijke behandeling van mannen en vrouwen alsmede enige andere wijzigingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gelijke behandeling van mannen en vrouwen in te voeren in de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1986, 386) en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1984, 94), alsmede enige andere wijzigingen in die wetten aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

- 1. Bij de inwerkingtreding van deze wet reeds toegekende rechten ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 of de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 worden bij de inwerkingtreding van deze wet niet opnieuw getoetst aan de artikelen van deze wetten zoals deze dan komen te luiden behoudens voor zover het betreft de artikelen 17 en 19 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en 23 en 28 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Indien ingevolge de vorige volzin de artikelen 17 en 19 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, onderscheidenlijk de artikelen 23 en 28 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 worden toegepast op een ongehuwde persoon die bij de inwerkingtreding van deze wet duurzaam samenwoonde in de zin van artikel 10, vijfde en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, onderscheidenlijk artikel 2a van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, wordt, voor wat betreft het uitkeringspercentage, het recht van betrokkene ook getoetst aan artikel 10 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, onderscheidenlijk artikel 14 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945.

- 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op na de inwerkingtreding van deze wet nog toe te kennen rechten waartoe vóór de inwerkingtreding van deze wet reeds een aanvraag was ingediend.

Artikel V

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 9 oktober 1991

Beatrix

De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. d'Ancona

Uitgegeven de vijfde december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin