Besluit van 13 november 1991, houdende wijziging van het Schepenbesluit 1965
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 februari 1991.
nr. S/J 31 313/91, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Overwegende, dat
alle zeegaande schepen, ongeacht lengte en tonnage moeten voldoen aan het bepaalde
in het Schepenbesluit 1965 (Stb. 367);
het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen 1966 (Trb. 1966, 275 en 1976, 104) geen specifieke regels geeft voor schepen met een lengte
van minder dan 24 meter;
het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee 1974 (Trb. 1976, 157 en 1977, 77) in het algemeen geen specifieke regels geeft voor schepen
van minder dan 500 ton met uitzondering van passagiersschepen, gas- en chemicaliëntankers;
Gelet op de artikelen 5, 9 en 73 van de Schepenwet (Stb. 1932, 86);
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 9 oktober 1991, nr. W09.91
0115/K);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 november
1991, nr. S/J 31 811/91, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: