Wet van 10 september 1992, houdende wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting
1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (aanpassing
aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1990 betreffende
de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa
en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende Lid-Staten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven
aan de Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke
fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met
betrekking tot vennootschappen uit verschillende Lid-Staten (PbEG L 225);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: