Wet van 29 januari 1993, tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en van
de Wet medezeggenschap onderwijs (leerlingenstatuut)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, voor scholen voor voortgezet
onderwijs een regeling te treffen die er in voorziet dat op elke school een leerlingenstatuut
wordt vastgesteld, waarin rechten en plichten van leerlingen worden omschreven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: