Wet van 2 juli 1993, houdende wijziging van de Wet op de studiefinanciering en van
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband met het meten
van de studievoortgang in het hoger onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wijziging aan te brengen
in de Wet op de studiefinanciering en in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek teneinde voor de studie in het hoger onderwijs de vorm van de studiefinanciering
afhankelijk te stellen van het maken van voldoende studievoortgang;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: