Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 12-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 04-12-2024.
Geldend van 25-09-1993 t/m 30-12-2004

Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging Rijksmuseale diensten

De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Gelet op artikel 5, zesde lid, van de Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de Minister:

de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

b. de Wet:

de Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten;

c. personeelslid:

degene die op de dag vóór de datum van oprichting van een stichting als bedoeld in artikel 2 van de Wet, tewerkgesteld is bij een in de bijlage bij de Wet genoemde dienst die in een stichting wordt voortgezet, hetzij als ambtenaar, hetzij op arbeidsovereenkomst naar burgelijk recht;

d. directeur:

de directeur van de dienst die in een stichting wordt voortgezet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Er is een bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten, hierna te noemen de commissie, welke tot taak heeft aan de Minister advies uit te brengen over bezwaren als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De commissie bestaat uit vier leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, alsmede één plaatsvervangend lid.

  • 2 De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de overige leden en het plaatsvervangend lid worden benoemd door de Minister, met dien verstande dat twee overige leden en het plaatsvervangend lid worden benoemd op bindende voordracht van de bijzondere commissie als bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

  • 3 Tot voorzitter en tot plaatsvervangend voorzitter worden geen personen benoemd die een dienstverband hebben met of anderszins werkzaam zijn bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

  • 4 De leden en het plaatsvervangend lid worden benoemd voor een periode van één jaar. Zij kunnen worden herbenoemd.

  • 5 De commissie wordt bijgestaan door een door de Minister te benoemen ambtelijk secretaris die voor de uitoefening van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig is aan de commissie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De commissie stelt haar advies vast bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden of het plaatsvervangend lid.

  • 2 Bij staking van stemmen beslist de voorzitter en bij zijn afwezigheid, de plaatsvervangend voorzitter.

  • 3 De commissie kan geen adviezen vaststellen indien niet ten minste drie leden of twee leden en het plaatsvervangend lid aanwezig zijn, waaronder ten minste de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter.

  • 4 De zittingen van de commissie zijn niet openbaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie is bevoegd alle inlichtingen in te winnen welke zij voor een goed inzicht in de aan haar voorgelegde zaken nodig acht. Daartoe is zij onder meer bevoegd ieder personeelslid dat is overgegaan in dienst van een stichting en iedere bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werkzame functionaris te horen en kennis te nemen van alle op die zaken betrekking hebbende stukken en bescheiden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Een iedere die betrokken is bij de behandeling van bezwaren als bedoeld in deze regeling en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij of zij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet kunnen vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan. behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem of haar bekendmaking verplicht of uit zijn of haar taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie stelt nadere regels vast met betrekking tot haar werkwijze.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Een personeelslid dat bezwaren heeft tegen de overgang in dienst van een stichting dient zijn bezwaren schriftelijk en met redenen omkleed in. Het bezwaarschrift wordt gericht aan de Minister en ingediend bij de directeur.

  • 2 De directeur zendt het bezwaarschrift zo mogelijk binnen twee werkdagen na ontvangst door naar de commissie en doet daarvan mededeling aan de Minister en aan het personeelslid.

  • 3 Het personeelslid kan desgewenst zijn bezwaren in een vergadering van de commissie mondeling toelichting en zich daartoe doen bijstaan door een raadsman of -vrouw. De commissie kan afzien van het houden van een zitting indien zij zich op grond van de haar ter beschikking gestelde stukken voldoende geïnformeerd acht om tot een verantwoord advies te komen, tenzij het personeelslid kenbaar heeft gemaakt dat het wil worden gehoord.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De commissie zendt een bij haar aanhangig gemaakt bezwaarschrift, vergezeld van haar advies en het verslag van het horen, zo spoedig mogelijk aan de Minister. Aan het personeelslid wordt een afschrift van genoemde stukken gezonden.

  • 2 Het advies bevat de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen en wordt ondertekend door de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Ingeval de beslissing op het bezwaar afwijkt van het advies van de commissie, wordt in deze beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

  • 2 Afschriften van de beslissing worden gezonden aan de commissie en aan de directeur.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. d'Ancona