Wet van 30 september 1993, tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en
van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de advisering over
en inning van kinderalimentaties
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uit een oogpunt van efficiency
de adviserende en requestrerende taak van de raden voor de kinderbescherming te beëindigen
en de inning van kinderalimentaties door de raden voor de kinderbescherming onder
te brengen bij één instantie alsmede deze tegen betaling van kosten te doen geschieden
en dat in verband daarmee Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wijziging behoeven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: