Besluit van 5 september 1994, houdende vaststelling van een algemene maatregel van
bestuur als bedoeld in artikel A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet en in daarmee
overeenkomende bepalingen in andere pensioenwetten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 8 juli 1994, nr. AB94/410,
directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid,
afdeling Uitkeringen en Pensioenen, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;
Gelet op de artikelen A8 van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet;
de artikelen 105 en 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers; artikel L1 van de Algemene militaire pensioenwet en daarmee overeenkomende bepalingen
van de vroegere militaire pensioenwetten; artikel 8 van de Wet aanpassing pensioenvoorzieningen Bijstandkorps alsmede artikel 30g van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956;
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1994, no. WO4.940432);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 30 augustus
1994, nr. AB94/1278, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie
Arbeidszaken Overheid, afdeling Uitkeringen en Pensioenen, uitgebracht mede namens
de Staatssecretaris van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: