[Regeling vervallen per 06-01-2014]
De instellingen en voorzieningen, voor zover zij persoonsgegevens verwerken met het
oog op het onderwijs de gezondheidszorg of de maatschappelijke dienstverlening:
-
a. de universiteiten en hogescholen, genoemd in de Bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of aangewezen ingevolge die wet, met inbegrip van de rechtspersonen die deze instellingen
in stand houden;
-
b. de scholen voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, met inbegrip van de rechtspersonen die deze scholen in stand houden;
-
c. de scholen voor speciaal onderwijs, of voor voortgezet speciaal onderwijs, dan wel
scholen of instellingen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld
in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of scholen voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 124 van de Wet op het voortgezet onderwijs, met inbegrip van de rechtspersonen die deze scholen of instellingen in stand houden;
-
d. de scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en de inrichtingen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 61 van die wet, met inbegrip van de rechtspersonen die deze scholen en inrichtingen in stand houden;
-
e. de landelijke organen, bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, met inbegrip van de rechtspersonen die deze organen in stand houden;
-
f. de algemene onderwijsverzorgingsinstellingen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van
de Wet op onderwijsverzorging (Stb. 1986, 635), met inbegrip van de rechtspersonen
die deze instellingen in stand houden;
-
g. de instellingen voor educatie en beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, alsmede de exameninstellingen, bedoeld in artikel 1.6.1 van die wet, en de scholen, instellingen en instituten, bedoeld in artikel 12.3.2 van die wet, met inbegrip van de rechtspersonen die deze instellingen, exameninstellingen, scholen,
instellingen en instituten in stand houden;
-
h. de scholen als bedoeld in artikel 1 van de Experimentenwet onderwijs (Stb. 1970, 370), met inbegrip van de rechtspersonen die deze scholen in stand houden;
-
i. de organen voor gezondheidszorg, aangewezen ingevolge artikel 1, tweede, derde en vierde lid van de Wet tarieven gezondheidszorg;
-
j. instellingen op het terrein van verslavingsbeleid die subsidie ontvangen van een
gemeente die daartoe op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning een specifieke uitkering van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Sport ontvangt;
-
k. de administratieve instellingen en de instellingen voor de geestelijke verzorging,
ingesteld door de onder i en j bedoelde instellingen;
-
l. de zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg en de bureaus jeugdzorg, bedoeld in artikel 4, van de Wet op de jeugdzorg;
-
m. instellingen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede:
-
1°. de voorzieningen die bestaan in of dienstbaar zijn aan de ondersteuning van het openbaar
bibliotheekwerk in provincie en gemeente, de dienstverlening aan en vernieuwing van
het openbaar bibliotheekwerk, het bibliotheekwerk voor zeevarenden en blinden en andere
bibliotheekvoorzieningen van bijzondere aard en de wetenschappelijke steunfunctie
voor het openbaar bibliotheekwerk;
-
2°. de voorzieningen die bestaan in of dienstbaar zijn aan de amateuristische kunstbeoefening
en kunstzinnige vorming op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau;
-
3°. de voorzieningen die bestaan in of dienstbaar zijn aan emancipatie;
-
4°. de voorzieningen die bestaan in of dienstbaar zijn aan kinderopvang;
-
5°. dienstverlening ten behoeve van door de Tweede Wereldoorlog getroffenen;
-
n. instellingen die zorg of maatschappelijke dienstverlening leveren waarop aanspraak
bestaat ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
-
o. de samenwerkingsverbanden van de in deze lijst aangewezen instellingen en voorzieningen,
onderling of met een of meer bestuursorganen.