Besluit van 4 november 1994, houdende nadere regels met betrekking tot de vaststelling
van het maandinkomen, bedoeld in de artikelen 31e, tweede lid, van de Wet buitengewoon
pensioen 1940-1945, 28e, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers
en 35a, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Inkomensbesluit
wetten buitengewoon pensioen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 september
1994, DVVB/WUP/U-941166;
Gelet op de artikelen 31e, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, 28e, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en 35a, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet;
Gezien de adviezen van de Pensioen- en Uitkeringsraad, de Stichting 1940-1945, de
Stichting Pelita en de Commissie Indisch Verzet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 oktober 1994, no. W13.94.0568);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
19 oktober 1994, nr. DVVB/WUP/U-941415;
Hebben goedgevonden en verstaan: