|
|
Artikel 5.12.7
|
|
leden 1 en 2.
|
In geval van buitensporige wijziging van de inrichting wordt de aanhangwagen gewogen.
|
|
|
5. Assen
|
Artikel 5.12.18.
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt en, indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging, geschiedt
de controle overeenkomstig hoofdstuk 2, titel 2, van de Regeling permanente eisen.
|
leden 2, 3 en 4.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 5.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.19.
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 2.
|
-
1. De wijze van keuren bij het eerste lid is van toepassing.
-
2. Voor het zichtbaar maken van:
-
a. axiale speling van fuseepennen, -lageringen en -bussen, wordt elk wiel ontlast en
op en neer bewogen dan wel ontlast en langzaam weer belast;
-
b. radiale speling van fuseepennen, -lageringen en -bussen, wordt elk wiel gedeeltelijk
ontlast en handmatig dan wel met behulp van een spelingsdetector bewogen;
-
c. axiale en radiale speling van fuseekogels en overige kogelgewrichten, wordt elke kogel
ten opzichte van de draagarm in elke richting bewogen; bij deze controle moet de stand
van de wielophanging zoveel mogelijk overeenkomen met de rijpositie en moeten de kogels
zoveel mogelijk onbelast zijn;
-
d. radiale speling van de overige draaipunten, wordt elk draaipunt in radiale richting
ten opzichte van de bevestiging bewogen met behulp van een spelingsdetector dan wel
handmatig.
-
3. In geval van twijfel wordt de speling gemeten met een geschikt meetmiddel.
-
4. Op de speling zijn de artikelen 2.5.2 tot en met 2.5.4 van de Regeling permanente
eisen van overeenkomstige toepassing.
|
lid 3.
|
Visuele controle indien de hoes is beschadigd of ontbreekt, terwijl de aanhangwagen
zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
|
lid 4.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.20
|
|
lid 1.
|
-
1. Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
-
2. Voor de controle van de speling moet elk wiel vrij kunnen ronddraaien en wordt elk
wiel met de hand of met behulp van een hefboom haaks op de draairichting bewogen.
-
3. In geval van twijfel wordt de speling gemeten met een geschikt meetmiddel.
-
4. De meting vindt plaats op een zo groot mogelijke afstand van de hartlijn van de as.
-
5. Op de speling is artikel 2.5.5 van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige
toepassing.
|
lid 2.
|
Visuele en auditieve controle, waarbij het wiel moet worden rondgedraaid, al dan niet
met behulp van apparatuur.
|
lid 3.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.21
|
In geval van twijfel wordt de wielbasis gemeten, waarbij artikel 1.3, eerste lid,
van het Voertuigreglement van toepassing is.
|
|
|
Artikel 5.12.24
|
|
leden 1 en 2.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt en het wiel vrij kan ronddraaien.
|
|
|
Artikel 5.12.26
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
|
|
6. Ophanging
|
Artikel 5.12.27
|
|
lid 1.
|
Visuele controle.
|
leden 2 en 3.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij het wiel moet worden rondgedraaid.
|
lid 4.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij het wiel moet worden rondgedraaid. In geval van twijfel wordt de
profieldiepte gemeten met de profieldieptemeter.
|
lid 5.
|
De wijze van keuren bij het tweede en derde lid is van toepassing.
|
lid 6.
|
Visuele controle.
|
lid 7.
|
Visuele controle, waarbij artikel 2.6.1 van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige
toepassing is.
|
lid 8.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 9.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.28
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. In geval van twijfel wordt een rijproef uitgevoerd.
|
lid 2.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging, geschiedt de
controle overeenkomstig hoofdstuk 2, titel 2, van de Regeling permanente eisen.
|
lid 3.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. In geval van twijfel wordt een rijproef uitgevoerd.
|
lid 4.
|
De wijze van keuren bij het tweede lid is van toepassing.
|
lid 5.
|
–
|
|
7. Stuurinrichting
|
Artikel 5.12.29
|
|
lid 1.
|
–
|
lid 2.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
leden 3, 4, 5, 6 en 7.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.30
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 2.
|
-
1. Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
-
2. Het zichtbaar maken van de speling geschiedt op de volgende wijze:
-
3. In geval van twijfel wordt de speling gemeten met een geschikt meetmiddel.
|
lid 3.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Indien sprake is van corrosie geschiedt de controle overeenkomstig hoofdstuk
2, titel 2, van de Regeling permanente eisen.
|
lid 4.
|
–
|
|
|
8. Reminrichting
|
Artikel 5.12.31
|
|
lid 1.
onderdeel a.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging geschiedt de
controle overeenkomstig hoofdstuk 2, titel 2 van de Regeling permanente eisen.
|
onderdeel b.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Indien sprake is van corrosie aan de remleiding of remschijf zijn de artikelen
2.8.2 en 2.8.3 van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige toepassing.
|
onderdeel c.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
onderdeel d.
|
Visuele controle of auditieve controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput
of op een hefinrichting bevindt. Bij een geheel of gedeeltelijk drukluchtremsysteem
moet, indien mogelijk met de drukluchtremkrachtregelaar(s) in de stand van vol doorsturen,
de maximale remdruk snel worden ingestuurd door het rempedaal van het trekkende voertuig
snel in te trappen dan wel door druk vanuit een externe bron snel in te sturen. Indien
de aanhangwagen is voorzien van een hydraulisch remsysteem moet het remsysteem met
behulp van het trekkende voertuig onder druk worden gebracht aan de hand van de wijze
van keuren behorende bij artikel 5.3.31, eerste lid, onderdeel d, van het Voertuigreglement,
zoals voorgeschreven in de Regeling wijze van keuren APK.
|
lid 2. onderdeel a.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Indien een remslang is misvormd zijn de artikelen 2.8.4 en 2.8.6 van de Regeling
permanente eisen van overeenkomstige toepassing.
|
onderdelen b en c.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 3.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 4.
|
Controle door de wielen vrij van de grond of hefinrichting met de hand dan wel met
behulp van een wielspinner rond te draaien.
|
lid 5.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
Indien de remvoering niet zonder demontage zichtbaar te maken is, moet de rem in werking
worden gesteld terwijl het wiel met de hand of met behulp van een wielspinner wordt
rondgedraaid. Hierbij mogen geen schurende geluiden van metaal op metaal hoorbaar
zijn.
|
lid 6.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 7.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. De hoezen moeten worden gecontroleerd voor zover dit mogelijk is zonder demontage.
|
lid 8.
|
Visuele controle terwijl het trekkende voertuig met de aangekoppelde aanhangwagen
eerst achteruitrijdt en vervolgens vooruitrijdt waarna wordt geremd. De oplooprem
moet dan normaal functioneren.
|
lid 9.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.35
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 2.
|
Visuele controle met behulp van manometers, terwijl de aanhangwagen zich boven een
inspectieput of op een hefinrichting bevindt, waarbij de rem in werking moet worden
gesteld. Indien mogelijk wordt de controle ook uitgevoerd wanneer de drukluchtremkrachtregelaar
de volle druk doorstuurt. Controle op het goed functioneren kan achterwege blijven
indien de controle is uitgevoerd overeenkomstig de wijze van keuren, bedoeld in lid
3.
|
lid 3.
|
-
1. Visuele controle op de aanwezigheid, waarbij het merk en type van de drukluchtremkrachtregelaars
mag afwijken.
-
2. Indien ter plaatse de daadwerkelijke aslast kan worden vastgesteld, vindt de controle
van de afstelling van de drukluchtremkrachtregelaars plaats met behulp van manometers,
terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
Hierbij wordt de rem in werking gesteld waarbij de afstelling ten hoogste 0,5 bar
mag afwijken van de gegevens op de plaat. De volgende twee afstellingen moeten ten
minste worden gecontroleerd
-
a. de stand waarin de regelaars zich bevinden behorende bij de vastgestelde aslast,
en
-
b. de stand van de regelaars wanneer deze de volle druk doorsturen, voorzover dit mogelijk
is zonder demontage.
-
3. Indien ter plaatse de daadwerkelijke aslast niet kan worden vastgesteld, vindt een
globale controle van de afstelling van de drukluchtremkrachtregelaars plaats met behulp
van manometers, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt. Hierbij wordt de rem in werking gesteld. Bij een niet maximaal belaste as
wordt de werking van de regelaars gecontroleerd door:
-
a. de druk te meten die de regelaars doorsturen in de stand waarin deze zich dan bevindt;
en
-
b. de afstelling te meten van de stand waarin de regelaars de volle druk doorsturen,
voorzover mogelijk zonder demontage.
De volgens punt b, gemeten druk moet hoger zijn dan de druk die is vastgesteld volgens
punt a. Indien de betreffende as nagenoeg maximaal is belast, mag de volgens punt
b gemeten druk gelijk zijn aan de vastgestelde druk volgens punt a.
|
lid 4.
|
Visuele controle, waarbij het ontwateringsventiel, indien mogelijk, moet worden bediend.
|
|
|
Artikel 5.12.36
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij de rem in werking moet worden gesteld.
|
lid 2.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij de rem in werking moet worden gesteld. In geval van twijfel moet
worden gemeten.
|
|
|
Artikel 5.12.38
|
|
leden 1, 2 en 3.
|
Indien de aanhangwagen voldoet aan artikel 5.12.38, vierde lid, van het Voertuigreglement
blijft controle hierop achterwege.
|
lid 4.
|
Terwijl de wielen zich vrij van de grond of van de hefinrichting bevinden, wordt:
-
a. indien de aanhangwagen is voorzien van een drukluchtremsysteem, de bedrijfsrem bediend
en wordt gecontroleerd of elk wiel wordt geremd;
-
b. indien de aanhangwagen is voorzien van een oploopreminrichting, de vastzetinrichting
bediend en wordt gecontroleerd of elk wiel wordt geremd.
|
lid 5.
|
1. Indien de aanhangwagen is voorzien van een drukluchtremsysteem en de aanhangwagen
voldoet aan artikel 5.12.35, tweede en derde lid, van het Voertuigreglement en aan
artikel 5.12.38, zesde lid, van het Voertuigreglement blijft controle hierop achterwege.
2. Indien de aanhangwagen is voorzien van een oploopreminrichting blijft controle
hierop achterwege.
|
lid 6.
|
1. Indien de aanhangwagen is voorzien van een drukluchtremsysteem is artikel 2.8.55
van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de aanhangwagen is voorzien van een oploopreminrichting blijft controle
hierop achterwege.
|
lid 7.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.39
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij de vastzetinrichting wordt bediend.
|
lid 2.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven
een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
|
|
|
Artikel 5.12.40
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de luchtslang van de voorraad tussen het trekkende voertuig
of een andere externe bron en de aanhangwagen wordt losgenomen.
|
lid 2.
|
Indien een losknop aanwezig is, moet deze, nadat de luchtslang van de voorraad is
losgekoppeld, eerst worden bediend en moet vervolgens de luchtslang van de voorraad
worden aangesloten. Hierbij moet de losknop terugkeren in zijn oorspronkelijke stand.
|
leden 3 en 4.
|
Visuele controle.
|
|
|
9. Carrosserie
|
Artikel 5.12.41
|
Visuele controle, waarbij de deuren en laadbakkleppen worden geopend en gesloten.
|
|
|
Artikel 5.12.48
|
|
leden 1, 2 en 3.
|
Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
lid 4.
|
Visuele controle, waarbij de artikelen 2.9.18 tot en met 2.9.22 alsmede artikel 2.9.30
van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige toepassing zijn.
|
lid 5.
|
Visuele controle, waarbij de artikelen 2.9.23 tot en met 2.9.30 van de Regeling permanente
eisen van overeenkomstige toepassing zijn.
|
leden 6 en 7.
|
Visuele controle.
|
lid 8.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.49
|
|
leden 1, 2, 3, 4 en 5.
|
Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
leden 6, 7 en 8.
|
Visuele controle.
|
|
|
10. Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen
|
Artikel 5.12.51
|
|
onderdelen a. tot en met h.
|
Visuele controle.
|
onderdeel i.
|
Visuele controle, waarbij de artikelen 2.10.5 tot en met 2.10.8 van de Regeling permanente
eisen van overeenkomstige toepassing zijn.
|
onderdeel j.
|
Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
onderdeel k.
|
Visuele controle, waarbij de artikelen 2.10.1 tot en met 2.10.3 van de Regeling permanente
eisen van overeenkomstige toepassing zijn. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
onderdeel l.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.53
|
|
leden 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
|
Visuele controle, waarbij de desbetreffende verlichting wordt ingeschakeld.
|
lid 7.
|
Visuele controle.
|
|
|
Artikel 5.12.55
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, waarbij de desbetreffende verlichting wordt ingeschakeld.
|
lid 2.
|
Visuele controle. Indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging geschiedt
de controle overeenkomstig hoofdstuk 2, titel 2 van de Regeling permanente eisen.
|
lid 3.
|
Visuele controle. Indien het glas is beschadigd of bewerkt is artikel 2.10.12 van
de Regeling permanente eisen van overeenkomstige toepassing.
|
lid 4.
|
Visuele controle, waarbij de desbetreffende verlichting wordt ingeschakeld.
|
leden 5 en 6.
|
Visuele controle.
|
lid 7.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.57
|
|
lid 1, onderdelen a tot en met c.
|
Visuele controle.
|
onderdeel d.
|
Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
onderdeel e.
|
Visuele controle, waarbij de artikelen 2.10.1 tot en met 2.10.4 van de Regeling permanente
eisen van overeenkomstige toepassing zijn. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
onderdelen f tot en met i.
|
Visuele controle.
|
leden 2 en 3.
|
Visuele controle.
|
|
|
Artikel 5.12.59
|
|
leden 1, 2 en 3.
|
Visuele controle, waarbij de desbetreffende verlichting wordt ingeschakeld.
|
lid 4.
|
De wijze van keuren bij tweede, derde, vierde en zevende lid van artikel 5.12.55 van
het Voertuigreglement, is van toepassing.
|
|
|
Artikel 5.12.61
|
|
leden 1 en 2.
|
Visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten.
|
lid 3.
|
–
|
|
|
Artikel 5.12.65
|
Visuele controle. Indien verlichtingsarmaturen aanwezig zijn die niet zijn voorgeschreven
dan wel toegestaan, wordt de aanhangwagen hierop niet verder gecontroleerd indien
de bedrading van deze verlichtingsarmaturen is losgenomen en het lampje is verwijderd.
|
|
|
11. Verbinding tussen trekkend motorrijtuig en aanhangwagen
|
Artikel 5.12.66
|
|
lid 1.
|
Visuele controle, terwijl de aanhangwagen zich boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.
|
lid 2.
|
Visuele controle.
|
lid 3.
|
In geval van twijfel wordt met behulp van een geschikt meetmiddel en een aanliggende
stalen rei gemeten.
|
leden 4, 5 en 6.
|
Visuele controle.
|
|
|
Artikel 5.12.67
|
Visuele controle, waarbij de sluit- en borginrichting met behulp van een koppelingskogel
wordt gecontroleerd.
|
|
|
Artikel 5.12.68
|
|
lid 1, onderdeel a.
|
Er wordt in alle richtingen gemeten met een geschikt meetmiddel, bijvoorbeeld een
kaliber.
|
onderdeel b.
|
Ter plaatse van de slijtagevlakken wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
|
lid 2, onderdeel a.
|
Er wordt gemeten met een geschikt meetmiddel, bijvoorbeeld een kaliber.
|
onderdeel b.
|
Ter plaatse van de slijtagevlakken wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
|
lid 3, onderdeel a.
|
Er wordt gemeten met een geschikt meetmiddel, bijvoorbeeld een kaliber.
|
onderdeel b.
|
Ter plaatse van de slijtagevlakken wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
|
leden 4 en 5.
|
Visuele controle.
|
|
|
Artikel 5.12.69
|
|
leden 1 en 2.
|
Er wordt gemeten met een geschikt meetmiddel, bijvoorbeeld een kaliber, waarbij het
meetgedeelte van het gereedschap ter plaatse van de koppelingspen ten minste 2 mm
en ten hoogste 4 mm dik is.
|
lid 3.
|
In geval van twijfel wordt met behulp van een geschikt meetmiddel en een aanliggende
stalen rei in alle richtingen en zo dicht mogelijk bij de koppelingspen gemeten, waarbij
de artikelen 2.11.6, 2.11.7 en 2.11.8 van de Regeling permanente eisen van overeenkomstige
toepassing zijn.
|
lid 4.
|
–
|
Artikel 5.12.70
|
De artikelen 2.11.3, 2.11.5 en 2.11.8 van de Regeling permanente eisen zijn van overeenkomstige
toepassing.
|