Wet van 23 december 1994, houdende wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964,
de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Successiewet 1956, de Wet op de inkomstenbelasting
1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Invorderingswet 1990 en de Coördinatiewet
Sociale Verzekering naar aanleiding van de herziening van het fiscale regime voor
onderhoudsvoorzieningen en bepaalde spaarvormen in de inkomstenbelasting (Aanpassing
van de Wet op de loonbelasting 1964 en andere wetten aan Brede Herwaardering)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op de herziening van het fiscale
regime voor onderhoudsvoorzieningen en bepaalde spaarvormen in de inkomstenbelasting,
wenselijk is te komen tot een aanpassing van de loonbelasting, de vermogensbelasting,
het successierecht, de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en tot een aanpassing
van de Invorderingswet 1990 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: