Wet van 23 december 1994, houdende wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband
met het beperken van de duur waarvoor concessies voor omroepverenigingen, zendtijdtoewijzingen
voor kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag en toestemmingen
voor commerciele omroepinstellingen kunnen worden verleend, tot een periode van vijf
jaren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de duur waarvoor concessies
voor omroepverenigingen, zendtijdtoewijzingen voor kerkgenootschappen en genootschappen
op geestelijke grondslag en toestemmingen voor commerciële omroepinstellingen kunnen
worden verleend, tot een periode van vijf jaren te beperken en in verband daarmee
enige wijzigingen in de Mediawet aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: