Besluit aanwijzing Halt-feiten

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2012.
Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Besluit van 25 januari 1995, houdende aanwijzing van de strafbare feiten als bedoeld in artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 23 september 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 453881/94/6;

Gelet op artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zoals vastgesteld bij de Wet van 7 juli 1994, Stb. 528;

De Raad van State gehoord (advies van 28 november 1994, no. W03.94.0600);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 19 januari 1995, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 473780/94/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als strafbare feiten waarvoor een voorstel tot deelneming aan een project als bedoeld in artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht kan worden aangeboden, worden aangewezen zaken van eenvoudige aard, waarbij sprake is van overlast veroorzakend gedrag van geringe ernst, en die betreffen de ontdekking van het strafbare feit omschreven in:

Artikel 2

Buiten de zaken genoemd in artikel 1, kan, na uitdrukkelijk verkregen toestemming van de officier van justitie, een voorstel tot Halt-afdoening worden gedaan in vergelijkbare zaken van eenvoudige aard waarbij sprake is van overlast veroorzakend gedrag van geringe ernst, indien:

  • a. een strafbaar feit van geringe ernst is begaan,

  • b. het strafbare feit, de ernst daarvan en de schuld van de verdachte eenvoudig zijn vast te stellen,

  • c. de omvang van de door het strafbare feit toegebrachte schade zich niet onderscheidt van die van de strafbare feiten genoemd in artikel 1,

  • d. het strafbare feit zich leent voor een pedagogische benadering, en

  • e. het strafbare feit de kern van het strafbare gedrag van de verdachte uitmaakt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage , 25 januari 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de veertiende februari 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager