Besluit van 25 januari 1995, houdende aanwijzing van de strafbare feiten als bedoeld
in artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 23 september 1994, Stafafdeling Wetgeving
Publiekrecht, nr. 453881/94/6;
Gelet op artikel 77e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zoals vastgesteld bij de Wet van 7 juli 1994, Stb. 528;
De Raad van State gehoord (advies van 28 november 1994, no. W03.94.0600);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 19 januari 1995, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 473780/94/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: