Wet van 1 maart 1995, houdende wettelijke grondslag wijziging bezoldiging rechterlijke
ambtenaren per 1 april 1993
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat dient te worden voorzien in een wettelijke
grondslag voor de wijziging van de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren per
1 april 1993;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: