Wet van 18 mei 1995, tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met het
instellen van een College van toezicht op de kansspelen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college van toezicht
en advies inzake de uitvoering van de Wet op de kansspelen in te stellen en in verband daarmee te komen tot vereenvoudiging van Titel IV b (Casinospelen) van de Wet op de kansspelen, alsmede enige andere wijzigingen aan te brengen in de Wet op de kansspelen en de Wet op de economische delicten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: