Wet van 18 december 1995, tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet
op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de
bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen
ter bestrijding van het ongewenste gebruik van wettelijke regelingen met betrekking
tot onroerende zaken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: