Wet van 4 april 1996, houdende wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband
met een herziening van de reclameregeling voor de publieke lokale en regionale omroep,
het bevorderen van de samenwerking tussen de publieke regionale en landelijke omroep
en het toestaan van commerciële omroep op niet-landelijk niveau
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de huidige experimentele
reclameregeling voor de publieke lokale en regionale omroep te vervangen door een
definitieve regeling, en mogelijkheden te creëren voor de publieke regionale en landelijke
omroep om programmatisch samen te werken op het gebied van televisie, en dat het voorts
wenselijk is commerciële omroep op niet-landelijk niveau mogelijk te maken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: