Artikel 1. Definities
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
wet: de Wegenverkeerswet 1994;
-
b.
[Red: vervallen;]
-
c.
directeur: de directeur van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
-
d.
ademalcoholgehalte: het ademalcoholgehalte dat wordt geconstateerd tijdens een onderzoek als bedoeld
in artikel 8, tweede lid onderdeel a, of derde lid, onderdeel a, van de wet.
-
e.
bloedalcoholgehalte: het bloedalcoholgehalte dat wordt geconstateerd tijdens een onderzoek als bedoeld
in artikel 8, tweede lid onderdeel b, of derde lid, onderdeel b, van de wet;
-
f.
beginnende bestuurder: bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, voor het besturen waarvan
een rijbewijs is vereist, indien sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal
een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken, dan wel, indien het
voor het eerst afgegeven rijbewijs een rijbewijs betreft dat de bevoegdheid geeft
tot het besturen van bromfietsen en dit rijbewijs is afgegeven aan een persoon die
op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt,
nog geen zeven jaar zijn verstreken, en indien de afgifte van het rijbewijs op of
na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden.
Artikel 2. Vermoeden van onvoldoende rijvaardigheid of geschiktheid
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Artikel 3. Idem
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
3 Het meest recente feit, bedoeld in artikel 2, is ten tijde van de mededeling niet langer dan 6 maanden geleden. Hierop is slechts
uitzondering mogelijk, indien in de aard van de zaak gelegen omstandigheden dit rechtvaardigen.
Artikel 4. Mededeling van een vermoeden
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
1 De mededeling, bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de wet kan schriftelijk worden gedaan volgens het model, opgenomen in de bij deze regeling
behorende bijlage 2, of op andere wijze, mits daarbij dezelfde gegevens als in dat model worden vermeld.
Hieronder wordt tevens verstaan aanlevering via geautomatiseerde systemen.
Artikel 5. Vordering tot overgifte van het rijbewijs
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Een vordering tot overgifte van het rijbewijs als bedoeld in artikel 130, tweede lid, van de wet geschiedt ten aanzien van een bestuurder van een motorrijtuig in de volgende gevallen:
-
a. betrokkene heeft een motorrijtuig bestuurd onder invloed van drogerende stoffen,
andere dan alcohol;
-
b. betrokkene heeft een poging tot zelfdoding met een motorrijtuig ondernomen;
-
c. er zijn duidelijke aanwijzingen dat betrokkene lijdt aan een aandoening waardoor
hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische
problemen ondervindt, hetgeen bij twijfel bevestigd wordt door een medisch deskundige;
-
d. betrokkene heeft met een motorrijtuig tegen de rijrichting in gereden (spookrijden);
-
e. betrokkene heeft binnen een periode van een jaar ten minste drie aanrijdingen veroorzaakt;
-
f. betrokkene is rechtstreeks betrokken bij een aanrijding met duidelijke materiële
dan wel letselschade en verklaart de aanrijding niet te hebben bemerkt;
-
g. betrokkene is niet in staat het motorrijtuig in bedwang te houden;
-
h. betrokkene heeft een aanrijding veroorzaakt door het intrappen van het onjuiste pedaal;
-
i. betrokkene is binnen een periode van vijf jaar ten minste vier maal aangehouden op
verdenking van overtreding van artikel 8, eerste, tweede of derde lid, van de wet;
-
j. bij betrokkene wordt een adem- of bloedalcoholgehalte geconstateerd dat gelijk is
aan of hoger is dan 1090 µg/l respectievelijk 2,5 ‰;
-
k. betrokkene is bewust ingereden op een andere weggebruiker;
-
l. betrokkene heeft drie maal als beginnende bestuurder een of meer van de in bijlage 1, onderdeel IV, opgenomen feiten begaan en voor deze feiten is hij tijdens of na de in artikel 1, onderdeel f, genoemde termijn van vijf jaar onherroepelijk veroordeeld dan wel is voor deze feiten
tijdens of na die termijn ten aanzien van hem een onherroepelijk geworden strafbeschikking
uitgevaardigd;
-
m. bij betrokkene wordt in de hoedanigheid van beginnende bestuurder een adem- of bloedalcoholgehalte
geconstateerd dat gelijk is aan dan wel hoger is dan 915 μg/l, respectievelijk 2,1‰.
Artikel 6. Onderwerping aan een onderzoek
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
2 Het CBR besluit voorts dat betrokkene zich dient te onderwerpen aan een onderzoek
naar de rijvaardigheid, meer in het bijzonder het rijgedrag, indien betrokkene op
grond van artikel 10b, tweede lid, onderdeel d, niet in aanmerking komt voor een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer.
-
4 Indien de mededeling, bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de wet is gedaan op basis van feiten en omstandigheden als genoemd in de bij deze regeling
behorende bijlage 1, vermeld onder A, onderdeel IV, Herhaaldelijk niet of niet op de juiste wijze naleven van essentiële verkeersregels
dan wel verkeerstekens, kan het CBR besluiten af te zien van het opleggen van een
onderzoek als bedoeld in het tweede lid, indien daarvoor dringende redenen aanwezig
zijn.
Artikel 8. Oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Artikel 9. Gedrag tijdens de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Betrokkene verleent onder meer niet de vereiste medewerking aan de educatieve maatregel
indien hij:
-
a. onder invloed van alcohol of andere drogerende stoffen op de desbetreffende cursus
verschijnt;
-
b. demonstratief niet aan de cursus deelneemt;
-
c. zich tijdens de cursus agressief gedraagt, of
-
d. tijdens de cursus op andere wijze het groepsproces verstoort.
Artikel 10. Kosten van de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
1 De ten laste van betrokkene komende kosten van de Educatieve Maatregel Alcohol en
verkeer bedragen € 648,60 (exclusief BTW). Dit bedrag wordt telkenjare voor het komende
kalenderjaar vastgesteld met toepassing van de volgende rekenformule:
|
bedrag voor
het huidige
kalenderjaar
|
=
|
bedrag voor het
komende
kalenderjaar
|
Voor de toepassing van deze rekenformule wordt verstaan onder:
C1: het CBS-prijsindexcijfer (totaal, zonder verrekeningen) van de gezinsconsumptie
over de maand juni van het lopende kalenderjaar zoals dat is gepubliceerd in het Statistisch
Bulletin;
Cv: het CBS-prijsindexcijfer (totaal, zonder verrekeningen) van de gezinsconsumptie
over de maand juni van het kalenderjaar voorafgaande aan het lopende kalenderjaar
zoals dat is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin;
R1: het CBS-indexcijfer van regelingslonen voor de particuliere bedrijven over de maand
juni van het lopende kalenderjaar zoals dat is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin.
Rv: het CBS-indexcijfer van regelingslonen voor de particuliere bedrijven over de maand
juni van het kalenderjaar voorafgaande aan het lopende kalenderjaar zoals dat is gepubliceerd
in het Statistisch Bulletin.
-
3 Betrokkene verleent onder meer niet de vereiste medewerking aan de educatieve maatregel,
bedoeld in artikel 132, eerste lid, van de wet, indien hij de kosten, bedoeld in het eerste lid, niet tijdig of niet op de voorgeschreven
wijze voldoet.
Artikel 10a
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
1 Het CBR besluit tot oplegging van een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
indien bij betrokkene, in de hoedanigheid van beginnende bestuurder, een adem- of
bloedalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 220µg/l, respectievelijk
0,5‰.
Artikel 10b
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
-
2 De kosten van het tweede onderzoek worden betaald binnen twee weken na de mededeling
van het CBR als bedoeld in artikel 134, derde lid, van de wet, op de wijze zoals bij die mededeling is aangegeven.
-
3 Betrokkene verleent onder meer niet de vereiste medewerking aan het tweede onderzoek,
bedoeld in artikel 134, derde lid, van de wet, indien hij de kosten, bedoeld in het eerste lid, niet tijdig of niet op de voorgeschreven
wijze voldoet.
Artikel 12. Ongeldigverklaring van het rijbewijs
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Het CBR besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs als bedoeld in artikel 134, derde lid, van de wet, indien de uitslag van het onderzoek, respectievelijk de onderzoeken, inhoudt dat
betrokkene:
-
a. niet de rijvaardigheid bezit voor de desbetreffende categorie of categorieën motorrijtuigen,
of
-
b. niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot
de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een of meer categorieën
van motorrijtuigen.
Artikel 13. Intrekking oude regeling
[Vervallen per 01-01-2006]
Artikel 15. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid.
Bijlage 2. bij de Regeling maatregelenrijvaardigheid en geschiktheid
[Regeling vervallen per 01-12-2011]
Model mededeling
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
Divisie Vorderingen
Postbus 3012
2280 GA RIJSWIJK (ZH)
Regiopolitie/Openbaar Ministerie/CBR:
Afdeling/district:
PL-code:
Contactpersoon:
Adres:
Postcode + Plaatsnaam:
Telefoonnummer:
Ons kenmerk:
Mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994
-
– De korpschef, bedoeld in artikel 24, onderscheidenlijk artikel 38 van de Politiewet 1993 en de door hem voor dit doel aangewezen plaatsvervangers,
-
– De commandant, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Politiewet 1993 en de door hem voor dit doel aangewezen plaatsvervangers,
-
– De officier van justitie,
-
– De directeur van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, doet mededeling
van het vermoeden dat de hierna genoemde houder van een rijbewijs (verder genoemd
betrokkene) niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke
of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van categorie(ën) / / / / van
motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven, met uitzondering van categorie
AM.
Gegevens betrokkene:
Naam:
Voornamen:
Geslacht:
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Rijbewijsgegevens:
Rijbewijsnummer:
Burger Service Nummer
Afgifte autoriteit:
Afgegeven op:
Geldig tot:
Categorie(ën): / / / /
Het vermoeden dat betrokkene niet beschikt over de vereiste geschiktheid is gebaseerd
op de volgende, aan alcohol gerelateerde, feiten en omstandigheden:
-
– Bij betrokkene wordt een adem- of bloedalcoholgehalte geconstateerd dat gelijk is
aan of hoger is dan 570 µg/l, respectievelijk 1,3‰;
-
– Betrokkene is binnen een periode van vijf jaar meermalen aangehouden op verdenking
van overtreding van artikel 8, eerste, tweede of derde lid, van de wet, waarbij bij één van de aanhoudingen een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd
dat gelijk is aan of hoger is dan 350 µg/l, respectievelijk 0,8‰;
-
– Bij betrokkene is in de hoedanigheid van beginnende bestuurder een adem- of bloedalcoholgehalte
geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 220 µg/l, respectievelijk 0,5‰;
-
– Betrokkene is in de hoedanigheid van beginnende bestuurder binnen een periode van
vijf jaar meermalen aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8, derde lid, van de wet, waarbij bij één van de aanhoudingen een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd
dat gelijk is aan of hoger is dan 220 µg/l, respectievelijk 0,5‰;
-
– Betrokkene weigert mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede of derde lid, van de wet;
-
– Betrokkene is binnen een periode van vijf jaar tenminste viermaal aangehouden op verdenking
van overtreding van artikel 8, eerste, tweede of derde lid, van de wet;
-
– Betrokkene is binnen een periode van vijf jaar ten minste tweemaal aangehouden op
verdenking van het overtreden van artikel 8 van de wet, en heeft hierbij ten minste eenmaal geweigerd mee te werken aan een onderzoek als
bedoeld in dat artikel;
-
– Uit een verklaring van een medisch deskundige blijkt dat betrokkene alcoholist is.
Het vermoeden dat betrokkene niet beschikt over de vereiste rijvaardigheid of zodanig
rijgedrag heeft vertoond dat daardoor het vermoeden is ontstaan dat hij niet beschikt
over de vereiste rijvaardigheid, is gebaseerd op de volgende, niet aan alcohol gerelateerde,
feiten en omstandigheden:
-
– Betrokkene heeft gevaarzettend rijgedrag tentoongespreid waardoor:
-
a. andere weggebruikers en obstakels rakelings worden gepasseerd;
-
b. andere weggebruikers worden klem gereden of de weg wordt afgesneden, of
-
– Betrokkene heeft blijk gegeven van gebrek aan inzicht in risico’s in het verkeer,
zoals:
-
a. onvoldoende anticiperen op het gedrag van andere weggebruikers;
-
b. niet adequaat reageren op bijzondere verkeerssituaties, zoals filevorming;
-
c. niet tijdig onderkennen van de invloed van externe factoren, zoals het weer, de toestand
van de weg, het tijdstip, de aanwezigheid van scholen, voetgangersoversteekplaatsen,
de specifieke eigenschappen en de toestand van het eigen motorrijtuig en van andere
voertuigen en van de vervoerde lading, of van interne factoren, zoals het ‘hand held’
bellen, afleiding door audiovisuele middelen of vermoeidheid;
-
d. uitvoeren van gevaarlijke inhaalmanoeuvres en inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen,
waarbij voetgangers duidelijk in gevaar zijn gebracht;
-
e. met een te hoge snelheid naderen van en inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen
of in andere onoverzichtelijke situaties, zoals kruisingen en spoorwegovergangen;
-
f. aanhouden van, gelet op de snelheid waarmee gereden wordt, een te korte en derhalve
onveilige volgafstand;
-
g. geen rekening houden met de belangen van andere weggebruikers, zoals het:
-
1. geen gelegenheid geven tot invoegen bij een rijbaanversmalling, na inhalen, vanaf
de invoegstrook;
-
2. blokkeren van doorgangen en dubbel parkeren, of
-
– Betrokkene heeft blijk gegeven van incorrect samenspel met andere verkeersdeelnemers
in het verkeer, dat blijkt uit:
-
a. rijden met een niet aan de snelheid van de overige gelijksoortige verkeersdeelnemers
aangepaste snelheid;
-
b. onnodig remmen en stoppen;
-
c. snijden: het niet juist afmaken van de inhaalmanoeuvre door te snel en te abrupt naar
rechts te gaan;
-
d. op te korte afstand volgen van voorliggers;
-
e. onjuist invoegen op autowegen en autosnelwegen;
-
f. onjuist invoegen bij vermindering van het aantal rijstroken, of
-
– Betrokkene heeft duidelijk een gedrag tentoongespreid dat in strijd is met de essentiële
verkeersregels en verkeerstekens terzake van:
-
a. de plaats op de weg, waaronder begrepen spookrijden;
-
b. het inhalen;
-
c. het verlenen van voorrang;
-
d. het naar links of rechts afslaan;
-
e. het gebruik van lichten en geven van signalen;
-
f. het rijden op auto(snel)wegen: bijvoorbeeld het rijden op de vluchtstrook of het negeren
van het rode kruis boven een rijstrook;
-
g. het negeren van een rood verkeerslicht;
-
h. het als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, overschrijden
van de toegestane maximumsnelheid met 50 km/u of meer op wegen binnen de bebouwde
kom;
-
i. het als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, overschrijden
van de toegestane maximumsnelheid met 31 km/u of meer op wegen binnen de bebouwde
kom bij wegwerkzaamheden.
Het vermoeden dat betrokkene niet beschikt over de vereiste rijvaardigheid of geschiktheid
is gebaseerd op de volgende, niet aan alcohol gerelateerde, feiten en omstandigheden:
Het vertoonde gedrag is:
Indien van toepassing:
Invordering als bedoeld in artikel 130, tweede en derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 heeft op grond van het volgende plaatsgevonden:
-
– Betrokkene heeft een motorrijtuig bestuurd onder invloed van drogerende stoffen, andere
dan alcohol;
-
– Betrokkene heeft een poging tot zelfdoding met een motorrijtuig ondernomen;
-
– Er zijn duidelijke aanwijzingen dat betrokkene lijdt aan een aandoening waardoor hij
geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische
problemen ondervindt, hetgeen bij twijfel bevestigd wordt door een medisch deskundige;
-
– Betrokkene heeft met een motorrijtuig tegen de rijrichting in gereden (spookrijden);
-
– Betrokkene heeft binnen een periode van een jaar ten minste drie aanrijdingen veroorzaakt;
-
– Betrokkene is rechtstreeks betrokken bij een aanrijding met duidelijke materiële dan
wel letselschade en verklaart de aanrijding niet te hebben bemerkt;
-
– Betrokkene is niet in staat het motorrijtuig in bedwang te houden;
-
– Betrokkene heeft een aanrijding veroorzaakt door het intrappen van het onjuiste pedaal;
-
– Betrokkene is binnen een periode van vijf jaar ten minste viermaal aangehouden op
verdenking van overtreding van artikel 8, eerste, tweede of derde lid, van de wet;
-
– Bij betrokkene wordt een adem- of bloedalcoholgehalte geconstateerd dat gelijk is
aan of hoger is dan 1090 µg/l respectievelijk 2,5‰;
-
– Bij betrokkene wordt in de hoedanigheid van beginnende bestuurder een adem- of bloedalcoholgehalte
geconstateerd dat gelijk is aan dan wel hoger is dan 915 µg/l, respectievelijk 2,1‰;
-
– Betrokkene is bewust ingereden op een andere weggebruiker;
-
– Betrokkene heeft drie maal als beginnende bestuurder een of meer van de strafbare
feiten begaan die worden genoemd in bijlage 1, onderdeel IV, bij de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid en voor deze feiten is
hij tijdens of na de in artikel 1, onderdeel f, van die regeling genoemde termijn van vijf jaar onherroepelijk veroordeeld dan wel
is voor deze feiten tijdens of na die termijn ten aanzien van hem een onherroepelijk
geworden strafbeschikking uitgevaardigd.
Overige:
-
– Het rijbewijs is bij de mededeling gevoegd.
-
– Betrokkene beheerst de Nederlandse taal (van belang voor de verschillende educatieve
maatregelen).
-
– Betrokkene beheerst de volgende taal of talen (alleen invullen indien betrokkene de
Nederlandse taal niet beheerst):
Aantal bijlage(n) meegestuurd:
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Naam:
Functie: