Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz

[Regeling vervallen per 01-07-2010.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-07-2002 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2003

Besluit van 19 juni 1996, houdende bepalingen met betrekking tot het opleggen van maatregelen aan uitkeringsgerechtigden ingevolge de Abw, Ioaw en Ioaz (Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 21 december 1995, Directie Bijstandszaken, Nr. BZ/VOL/95/4430;

Gelet op artikel 14, vijfde lid, van de Algemene bijstandswet , artikel 20, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 20, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

De Raad van State gehoord (advies van 24 januari 1996, nr. W12.95.0705)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 13 juni 1996, Directie Bijstandszaken, Nr. BZ/VOL/96/415;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Burgemeester en wethouders nemen bij de toepassing van artikel 14, eerste lid, van de Abw, onderscheidenlijk bij de toepassing van artikel 20, vierde lid, van de Ioaw en artikel 20, eerste lid, van de Ioaz, de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd artikel 14, tweede en derde lid, van de Abw, onderscheidenlijk artikel 20, vijfde en zesde lid, van de Ioaw en de Ioaz.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De gedragingen bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Abw, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • 1. eerste categorie:

    • a. het zich niet als werkzoekende doen inschrijven bij de Centrale organisatie werk en inkomen, dan wel de inschrijving niet of niet tijdig doen verlengen;

    • b. het niet ondertekenen of het niet aan burgemeester en wethouders verstrekken van een exemplaar van de bijlage bij het besluit tot toekenning of voortzetting van de bijstand, bedoeld in artikel 70, vierde lid, van de Abw;

    • c. het niet binnen de door burgemeester en wethouders daartoe gestelde termijn verstrekken van informatie die van belang is voor de verlening van bijstand of de voortzetting daarvan.

  • 2. tweede categorie:

    • a. het niet naar vermogen trachten arbeid in dienstbetrekking te verkrijgen;

    • b. het niet dan wel niet tijdig voldoen aan een oproep om, in verband met de inschakeling in de arbeid, op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen;

    • c. het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot inschakeling in de arbeid, dan wel aan een onderzoek naar de geschiktheid voor scholing of opleiding.

  • 3. derde categorie:

    • a. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren;

    • b. het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een voor de inschakeling in de arbeid noodzakelijk geachte scholing of opleiding, dan wel aan andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen.

  • 4. vierde categorie:

    • a. het niet aanvaarden van passende arbeid;

    • b. het door eigen toedoen niet behouden van arbeid in dienstbetrekking.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De gedragingen bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de Ioaw, en artikel 20, eerste lid, van de Ioaz, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • 1. eerste categorie:

    • a. het zich niet als werkzoekende doen inschrijven bij de Centrale organisatie werk en inkomen, dan wel de inschrijving niet of niet tijdig doen verlengen;

    • b. het niet ondertekenen of het niet aan burgemeester en wethouders verstrekken van een exemplaar van de bijlage bij het besluit tot toekenning of voortzetting van de uitkering, bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Ioaw en de Ioaz;

    • c. het niet binnen de door burgemeester en wethouders daartoe gestelde termijn verstrekken van informatie die van belang is voor de verlening van de uitkering of de voortzetting daarvan.

  • 2. tweede categorie:

    • a. het niet naar vermogen trachten arbeid in dienstbetrekking te verkrijgen;

    • b. het niet dan wel niet tijdig voldoen aan een oproep om, in verband met de inschakeling in de arbeid, op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen;

    • c. het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot inschakeling in de arbeid, dan wel aan een onderzoek naar de geschiktheid voor scholing of opleiding.

  • 3. derde categorie:

    • a. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren;

    • b. het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een voor de inschakeling in de arbeid noodzakelijk geachte scholing of opleiding, dan wel aan andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 1 De weigering bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Abw, wordt vastgesteld op:

    • a. vijf procent van de bijstand gedurende een maand bij gedragingen van de eerste categorie;

    • b. tien procent van de bijstand gedurende een maand bij gedragingen van de tweede categorie;

    • c. twintig procent van de bijstand gedurende een maand bij gedragingen van de derde categorie;

    • d. honderd procent van de bijstand gedurende een maand bij gedragingen van de vierde categorie.

  • 2 De periode van weigering van de bijstand genoemd in het eerste lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 1 De weigering bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de Ioaw en artikel 20, eerste lid, van de Ioaz wordt vastgesteld op:

    • a. vijf procent van de grondslag gedurende een maand bij gedragingen van de eerste categorie;

    • b. tien procent van de grondslag gedurende een maand bij gedragingen van de tweede categorie;

    • c. twintig procent van de grondslag gedurende een maand bij gedragingen van de derde categorie.

  • 2 De periode van weigering van de uitkering genoemd in het eerste lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Het Sanctiebesluit Abw, IOAW en IOAZ wordt ingetrokken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de artikelen IX, X en XI van de Wet van 25 april 1996, Stb. 248, (wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid) in werking treden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als : Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 juni 1996

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de negende juli 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager