2 Met betrekking tot aandelen en schuldvorderingen waarvan de tegenprestatie ten tijde
van de verkrijging minder dan zeventig percent bedraagt van het gemiddeld op de desbetreffende
aandelen gestorte kapitaal respectievelijk het nominale bedrag van die schuldvorderingen
werken de wijzigingen ingevolge artikel I, onderdelen A, C, D, E – met uitzondering van artikel 24, vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting
1964 -, G, H, I, K, L, M, P.1, R, S, V.2, V.3, W, X, Y, Z, AA, BB, CC, DD, EE, GG,
HH, II en KK, artikel III, onderdelen A.2, C, artikel IV, artikel VI, onderdeel B, en artikel XIII, eerste lid en vierde lid, van deze wet terug tot en met 4 juni 1996; alsdan worden de in artikel 70c en artikel 70d van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 alsmede de in artikel XIII, eerste lid en vierde lid, van deze wet genoemde data van 31 december 1996 en 1 januari 1997 met betrekking
tot deze aandelen en schuldvorderingen vervangen door onderscheidenlijk 3 juni 1996
en 4 juni 1996.
Voor de toepassing van de eerste volzin geldt als tegenprestatie bij de verkrijging
van aandelen in het kader van de omzetting van een schuldvordering in aandelenkapitaal,
de tegenprestatie bij de verkrijging van die schuldvordering; voorts is voor de toepassing
van die volzin het bepaalde in artikel 70c, vierde en vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van overeenkomstige
toepassing. De eerste volzin is niet van toepassing voor zover de aandelen aan de
belastingplichtige zijn uitgereikt ten laste van een in de vennootschap aanwezige
reserve of gestort kapitaal, mits met betrekking tot de op dat tijdstip reeds in bezit
zijnde aandelen van de vennootschap de tegenprestatie ten tijde van de verkrijging
van die aandelen zeventig percent of meer bedraagt van het gemiddeld op de desbetreffende
aandelen gestorte kapitaal.