Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende
zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 30 oktober 1996, nr. WDB96/492M,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen, gedaan
mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A.G.M. van de Vondervoort;
Gelet op artikel 44 van de Wet waardering onroerende zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 3 december 1996, nr. WO6.96.0506);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 6 januari 1997,
nr. WDB96/602U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe
Belastingen, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw.
A.G.M. van de Vondervoort;
Hebben goedgevonden en verstaan: