Wet uitbreiding Wet bodembescherming met bijzondere regels inzake sanering van de waterbodem

Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003.
Geldend van 01-08-1997 t/m heden

Wet van 30 januari 1997, houdende uitbreiding van de Wet bodembescherming met bijzondere regels inzake sanering van de waterbodem

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet bodembescherming uit te breiden met bijzondere regels inzake onderzoek en sanering van gevallen van waterbodemverontreiniging;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL II

  • 1 Voor zover voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de voorbereiding of uitvoering van het provinciaal milieuprogramma, bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming, verplichtingen zijn aangegaan met betrekking tot gevallen van onderzoek of sanering van de waterbodem, waarvoor een bijdrage als bedoeld in artikel 76 of artikel 77 van die wet is verleend, blijft voor die gevallen totdat aan die verplichtingen is voldaan de Wet bodembescherming zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, van toepassing.

ARTIKEL V

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 30 januari 1997

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager