Wet schuldredenominatie

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007.
Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Wet van 26 november 1998, houdende bepalingen inzake redenominatie van schuldtitels in verband met de deelname door Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet schuldredenominatie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de toepassing van artikel 8, vierde lid, van de verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (PbEG L 139), een voorziening te treffen om eenzijdige wijziging van de muntaanduiding van in dat artikel bedoelde schuld mogelijk te maken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. verordening: de verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (PbEG L 139);

  • b. lid-staat: een staat die lid is van de Europese Unie;

  • c. uitstaande schuld: uitstaande schuld als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de verordening;

  • d. overheid: de overheidsbesturen, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de verordening.

Artikel 2

  • 1 De muntaanduiding van uitstaande schuld in guldens die is uitgegeven door de Nederlandse overheid kan eenzijdig door deze worden gewijzigd in de euro-eenheid.

  • 2 De muntaanduiding van uitstaande schuld die is uitgegeven volgens Nederlands recht en waarvan de aanduiding luidt in de nationale munteenheid van een lid-staat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie, kan door de debiteur overeenkomstig het bepaalde in deze wet eenzijdig worden gewijzigd in de euro-eenheid, mits de debiteur deel uitmaakt van de overheid en die lid-staat de muntaanduiding van uitstaande schuld heeft gewijzigd in de euro-eenheid.

  • 3 Van een besluit van de Nederlandse overheid tot wijziging wordt ten minste één maand voor de inwerkingtreding ervan mededeling gedaan in de Staatscourant alsmede, indien het tweede lid van toepassing is, in een landelijk verspreid dagblad in de in dat lid bedoelde lid-staat.

Artikel 3

De debiteur, niet behorende tot de overheid, die besluit gebruik te maken van de aan hem op grond van artikel 8, vierde lid, van de verordening toekomende bevoegdheid de muntaanduiding te wijzigen van

  • a. obligaties en andere vormen van in effecten belichaamde schuld die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, en

  • b. geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven volgens Nederlands recht, doet van dat besluit ten minste één maand voor de inwerkingtreding ervan mededeling in een landelijk verspreid dagblad in Nederland en, indien de aanduiding van de schuld luidt in de munteenheid van een andere lid-staat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie, in een landelijk verspreid dagblad in die lid-staat.

Artikel 4

  • 1 Bij de wijziging van de muntaanduiding bedoeld in artikel 2 en artikel 3 wordt de totale nominale waarde die een crediteur als aandeel in een schuld heeft, omgezet in de overeenkomende waarde in de euro-eenheid, afgerond op één van de twee meest nabijgelegen gehele eurobedragen. Indien naar beneden wordt afgerond, is het verschil tussen het in de euro-eenheid omgerekende bedrag en het op een gehele euro afgeronde bedrag aan de houder van de schuldtitel verschuldigd en wordt het betaalbaar gesteld op de dag van wijziging van de muntaanduiding, bedoeld in de artikelen 2 en 3.

  • 2 Wijziging van de muntaanduiding, bedoeld in de artikelen 2 en 3, van een schuld waarvan de verschijningsvorm van effecten geheel of ten dele klassieke schuldbewijzen betreft, kan uitsluitend op een rentevervaldag plaatsvinden.

Artikel 5

  • 1 De nominale waarde van effecten die tot het verzameldepot of girodepot in de zin van de Wet giraal effectenverkeer behoren, luidt bij wijziging van de muntaanduiding van rechtswege in de overeenkomende waarde in de euro-eenheid. Als basis voor de vaststelling van deze waarde geldt steeds de kleinste voorkomende coupuregrootte, waarbij die coupuregrootte naar beneden wordt afgerond op het meest nabijgelegen gehele euro-bedrag.

  • 2 Indien na wijziging van de muntaanduiding de totale nominale waarde van de in het eerste lid bedoelde effectenvoorraad afwijkt van de tegenwaarde, uitgedrukt in euro's, van die effectenvoorraad voor de wijziging van de muntaanduiding, is de uitgevende instelling verplicht aan het centraal instituut als bedoeld in artikel 1 van de Wet giraal effectenverkeer een verzamelschuldbewijs ter grootte van het verschil tussen de totale nominale waarde na de wijziging en de tegenwaarde uitgedrukt in de euro-eenheid voor de wijziging ter beschikking te stellen.

  • 3 Van het verschil tussen het in de euro-eenheid omgerekende bedrag en het overeenkomstig het eerste lid vastgestelde en op een gehele euro afgeronde bedrag kan, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 26 en 45 van de Wet giraal effectenverkeer, geen uitlevering worden gevraagd. Dit bedrag is aan de houder van de schuldtitel verschuldigd.

Artikel 6

Verwisseling van een inschrijving in een schuldregister voor geldleningen ten laste van het Rijk vindt na wijziging van de muntaanduiding plaats in schuldbewijzen met een nominale waarde in de euro-eenheid, vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5, eerste lid. Van het verschil tussen het in de euro-eenheid omgerekende bedrag en het op een gehele euro afgeronde bedrag kan geen verwisseling worden gevraagd. Dit bedrag is aan de houder van de inschrijving verschuldigd.

Artikel 7

Indien een houder van effecten anders dan bedoeld in artikel 5, eerste lid, meerdere effecten in bezit heeft, wordt een aandeel in de schuld als bedoeld in artikel 4 gelijk gesteld aan de nominale waarde van één effect. In afwijking van het bepaalde in artikel 4, eerste lid, eerste volzin, wordt de nominale waarde van een aandeel na wijziging van de muntaanduiding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5, eerste lid.

Artikel 8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze wet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 november 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de eerste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals