Wet van 26 november 1998, houdende bepalingen inzake redenominatie van schuldtitels
in verband met de deelname door Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet
schuldredenominatie)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de toepassing
van artikel 8, vierde lid, van de verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (PbEG
L 139), een voorziening te treffen om eenzijdige wijziging van de muntaanduiding van
in dat artikel bedoelde schuld mogelijk te maken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: