Nabetaling over 1995 en aanpassing per 1 januari 1996 ingevolge de wetten voor oorlogsgetroffenen over 1995, 1996, 1997 en 1998

De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 1 december 1995, worden voor een nabetaling over 1995 verhoogd met 5,76%.

De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden voor een nabetaling over 1995 vastgesteld als volgt:

De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 1 december 1995, worden voor een nabetaling over 1995 verhoogd met 5,76%.

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden voor een nabetaling over 1995 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 38.640,–;

• b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:

  • f 80.606,–;

  • f 49.778,–;

  • f 26.197,–;

  • f 26.589,–;

  • f 26.269,–;

  • f 52.369,–.

De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 1 december 1995, worden voor een nabetaling over 1995 verhoogd met 5,76%.

De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over 1995 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.220,–;

• b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.686,–;

• c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.369,–;

• d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 4.064,–.

De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 1 december 1995, worden voor een nabetaling over 1995 verhoogd met 5,76%.

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden voor een nabetaling over 1995 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.220,–;

• b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.686,–.

De pensioenbedragen, bedoeld in artikel 31b van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en in artikel 28b van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, zoals zij golden op 1 december 1995, worden per 1 januari 1996 verhoogd met 0,81%.

De percentages waarmede het peil der buitengewone pensioenen ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt aangepast, worden per 1 januari 1996 vastgesteld als volgt:

De pensioengrondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, zoals zij golden op 1 december 1995, worden per 1 januari 1996 verhoogd met 0,81%.

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, worden per 1 januari 1996 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 36.840,–;

• b. de bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op achtereenvolgens:

  • f 76.833,–;

  • f 47.448,–;

  • f 24.971,–;

  • f 25.345,–;

  • f 25.039,–;

  • f 49.918,–.

De grondslagen, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 1 december 1995, worden per 1 januari 1996 verhoogd met 0,81%.

De bedragen, genoemd in de artikelen 8, zevende lid, onder a en b, en 10, eerste lid, onder e en f, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 januari 1996 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, op f 3.070,–;

• b. het bedrag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, op f 6.373,–;

• c. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder e, op f 4.164,–;

• d. het bedrag, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder f, op f 3.874,–.

De grondslagen, bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, zesde, zevende en negende lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, zoals zij golden op 1 december 1995, worden per 1 januari 1996 verhoogd met 0,81%.

De bedragen, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945, worden per 1 januari 1996 vastgesteld als volgt:

• a. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder a, op f 3.070,–;

• b. het bedrag, genoemd in artikel 10, achtste lid, onder b, op f 6.373,–.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1996.