Wet van 12 mei 1999, houdende aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een
regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht
aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door bestuursorganen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: