Besluit van 2 juli 1999, houdende uitzonderingen op het ingevolge artikel 55, derde
lid, van de Meststoffenwet geldende verbod dierlijke meststoffen te produceren op
een bedrijf waarvan de daartoe behorende oppervlakte landbouwgrond is verkleind (Besluit
verkleining oppervlakte landbouwgrond Meststoffenwet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 2 maart
1999, nr. TRCJZ/1999/2331, Directie Juridische Zaken, handelende in overeenstemming
met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 55, vierde lid, van de Meststoffenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 6 mei 1999, no. W.11.99.0102/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 28 juni 1999, No. TRCJZ/1999/5703, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming
met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan: