Wet van 6 oktober 1999 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs,
de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met
enkele maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en
het participatiefonds (regeling verbetering functioneren vervangings- en participatiefonds)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot verbetering
van het functioneren van het zogenaamde vervangingsfonds en het zogenaamde participatiefonds
voor het primair en voortgezet onderwijs;
dat het in verband daarmee noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen onder meer door het invoeren van de mogelijkheid dat het vervangingsfonds
en het participatiefonds de bevoegdheid krijgen gebruik te maken van het sociaal-fiscaal
nummer, van de mogelijkheid dat het vervangingsfonds en het participatiefonds subsidies
verstrekken aan (anderen dan) bevoegde gezagsorganen, alsmede van de mogelijkheid
dat de overheid rechtstreeks subsidies verstrekt aan het vervangingsfonds en het participatiefonds;
dat het, in verband met de decentralisatie van de wachtgelduitgaven in het veld van
de educatie en het beroepsonderwijs, wenselijk is de minister de bevoegdheid te geven
gebruik te maken van het sociaal-fiscaal nummer, en dat het met het oog daarop noodzakelijk
is onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: