Vrijstellingsregeling ex artikel 26a Huurprijzenwet woonruimte

[Regeling vervallen per 01-08-2003.]
Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2002.
Geldend van 30-11-1999 t/m 31-07-2003

Vrijstellingsregeling ex artikel 26a Huurprijzenwet woonruimte

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 26a, achtste lid, van de Huurprijzenwet woonruimte,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2003]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. vrijstelling:

vrijstelling als bedoeld in artikel 26a, achtste lid, van de Huurprijzenwet woonruimte;

b. huurcommissie:

commissie als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de huurcommissies;

c. rekeninkomen:

rekeninkomen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Huursubsidiewet, waarvan bij het geven van de beschikking is uitgegaan;

d. minimum-inkomensijkpunt:

minimum-inkomensijkpunt, bedoeld in artikel 17 van de Huursubsidiewet;

e. actueel inkomen:

actueel inkomen, bedoeld in artikel 26a, eerste lid, onder a, van de Huursubsidiewet, waarvan bij het geven van de beschikking is uitgegaan.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2003]

  • 1 Een verzoek om vrijstelling wordt uiterlijk binnen vier weken na de datum van verzending van het bericht, bedoeld in artikel 26a, vijfde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte op een daartoe door de secretaris van de huurcommissie beschikbaar gesteld formulier ingediend bij de voorzitter van de huurcommissie.

  • 2 Een verzoek om vrijstelling gaat vergezeld van:

    • a. de ten gunste van de verzoeker krachtens artikel 7, eerste lid, van de Huursubsidiewet laatstelijk doch niet eerder dan achttien maanden voor de indiening van het verzoek om vrijstelling gegeven beschikking waaruit blijkt dat het rekeninkomen niet hoger is dan het bedrag dat voor de verzoeker ten tijde van het geven van die beschikking als het minimum-inkomensijkpunt gold;

    • b. de ten gunste van de verzoeker krachtens 26b, eerste lid, van de Huursubsidiewet laatstelijk doch niet eerder dan zes maanden voor de indiening van het verzoek om vrijstelling gegeven beschikking waaruit blijkt dat het actueel inkomen niet hoger is dan het bedrag dat voor de verzoeker ten tijde van het geven van die beschikking als het minimum-inkomensijkpunt gold, of

    • c. een ten gunste van de verzoeker niet eerder dan zes maanden voor de indiening van het verzoek om vrijstelling krachtens de Algemene bijstandswet gegeven beschikking tot vaststelling van algemene bijstand.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2003]

Vrijstelling kan slechts worden verleend, indien voldaan is aan het bepaalde in artikel 2.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-08-2003]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 november 1999.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-08-2003]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling ex artikel 26a Huurprijzenwet woonruimte.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 november 1999

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes