Besluit van 15 december 1999, houdende voorschriften ter uitvoering van richtlijn
nr. 96/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit
van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem (PbEG L 235) (Besluit interoperabiliteit
transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 28 mei 1999, nr.
CDJZ/WVW/1999-731, Centrale Directie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 96/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit
van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem (PbEG L 235), de artikelen 27 en 32g, eerste lid, van de Spoorwegwet en artikel II van de wet van 8 juli 1999, houdende aanpassing van de Spoorwegwet
in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 96/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit
van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem (PbEG L 235) (Stb. 320);
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1999, nr. W09.99.0262/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 december
1999, nr. CDJZ/WVW/1999–1212, Centrale Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: