Regeling nevenwerkzaamheden Defensie

Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2009.
Geldend van 01-06-2000 t/m 31-12-2016

Regeling nevenwerkzaamheden Defensie

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel 79, 80 en 81 van het Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie en de artikelen 151, 152 en 153 van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

Besluit:

Regeling nevenwerkzaamheden Defensie

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

de ambtenaar, bedoeld in artikel 1 van het Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie (Bard);

b. militair:

de militair in werkelijke dienst, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder c van het Algemeen militair ambtenarenreglement (Amar);

c. werknemer:

de ambtenaar respectievelijk de militair;

d. diensteenheid:

een schip, een groep van vliegtuigen, een inrichting der zeemacht, een bataljon of eenheid van overeenkomstig niveau, een eenheid of groep eenheden bij het korps mariniers ter grootte van een bataljon of van een overeenkomstig niveau, een vliegbasis of een overeenkomstig onderdeel, een district van de Koninklijke marechaussee of een eenheid van een overeenkomstig niveau dan wel een met een eigen taak bedeeld administratief of organisatorisch zelfstandig onderdeel van het Ministerie van Defensie;

e. nevenwerkzaamheden:

activiteiten, geen deel uitmakend van die welke in het kader van de functievervulling aan de werknemer zijn opgedragen, die de werknemer al of niet tegen vergoeding verricht, waaronder nevenbetrekkingen, het drijven van nering of handel, het middellijk of onmiddellijk deelnemen aan aannemingen en leveringen en het zijn van commissaris, bestuurder of vennoot van een vennootschap, stichting of vereniging;

f. autoriteit:
  • a) voor een ambtenaar tewerkgesteld bij ‐, respectievelijk voor een militair van de zeemacht, de landmacht, de luchtmacht of de marechaussee: de bevelhebber van het betrokken krijgsmachtdeel;

  • b) voor een ambtenaar tewerkgesteld bij de Centrale Organisatie: de Secretaris-Generaal;

  • c) voor een ambtenaar tewerkgesteld bij het Defensie Interservice Commando: de Commandant Defensie Interservice Commando.

Artikel 2

  • 1 De werknemer die voornemens is nevenwerkzaamheden te verrichten die kunnen raken aan de dienstuitoefening meldt dit met gebruikmaking van het in de bijlage opgenomen registratieformulier aan het hoofd van de diensteenheid.

  • 2 Bij wijziging van functie of van relevante omstandigheden, de nevenwerkzaamheden betreffende, wordt een nieuwe melding gedaan.

Artikel 3

  • 1 Het hoofd van de diensteenheid beziet of de nevenwerkzaamheden schadelijk zijn of kunnen zijn voor de functievervulling, dan wel niet in overeenstemming zijn met het aanzien van het ambt dan wel of anderszins door de nevenwerkzaamheden de goede vervulling van de functie of het goede functioneren van de openbare dienst, voorzover dit in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.

  • 2 Al naar gelang de uitkomst van de afweging bedoeld in het eerste lid geeft het hoofd van de diensteenheid voorlopig toestemming voor de nevenwerkzaamheden, legt een voorlopig verbod op of maakt met de werknemer afspraken over de uitoefening van de nevenwerkzaamheden dan wel de functievervulling.

  • 3 Het hoofd van de diensteenheid zendt het registratieformulier, voorzien van zijn bevindingen, binnen vier weken na ontvangst aan de autoriteit.

Artikel 4

  • 1 De autoriteit wint het advies in van het desbetreffende Bureau Bijzondere Opdrachten en geeft namens de Minister van Defensie zo spoedig mogelijk zijn oordeel omtrent de nevenwerkzaamheden.

  • 2 Indien door de nevenwerkzaamheden de goede vervulling van de functie of het goede functioneren van de openbare dienst, voorzover dit in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid is verzekerd en het naar het oordeel van de autoriteit niet mogelijk is om door het maken van afspraken omtrent de uitoefening van de nevenwerkzaamheden dan wel van de functievervulling hierin te voorzien, deelt de autoriteit door tussenkomst van het hoofd van de diensteenheid aan de werknemer mede, dat de nevenwerkzaamheden zijn verboden.

Artikel 5

De autoriteit houdt een registratie bij van aangemelde nevenwerkzaamheden. De registratie is een persoonsregistratie in de zin van de wet persoonsregistraties.

Artikel 6

Werknemers die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling reeds nevenwerkzaamheden verrichten die kunnen raken aan de dienstuitoefening, melden deze binnen twee maanden na deze datum op de in artikel 2 bedoelde wijze aan het hoofd van de diensteenheid.

Artikel 7

De regeling nevenwerkzaamheden (ministeriële regeling van 4 november 1982, MP 31-111, 1220) wordt ingetrokken.

Deze regeling zal met de toelichting worden gepubliceerd in de serie ministeriële publicaties (MP-32); deze regeling zal tevens worden geplaatst in de Staatscourant.

De

Staatssecretaris

van Defensie,

H.A.L. van Hoof

Bijlage

personeelsvertrouwelijk indien ingevuld

Registratieformulier nevenwerkzaam-heden

naam: ...

registratienr.: ...

(voor militairen) rang: ...

krijgsmachtdeel: ...

diensteenheid: ...

functie: ...

I. Beoogde nevenwerkzaamheid

(zo volledig mogelijke omschrijving van de nevenwerkzaamheid)

...

het betreft:

  • ( ) een eerste melding van een voorgenomen nevenwerkzaamheid

  • ( ) een hernieuwde melding wegens verandering van functie

  • ( ) een hernieuwde melding wegens wijziging van relevante omstandigheden

De nevenwerkzaamheid kan aan de functievervulling raken wegens:

  • 1) gering/aanzienlijk risico van belangenverstrengeling

  • 2) gering/aanzienlijk risico van botsing van belangen

  • 3) gering/aanzienlijk risico van schade voor het aanzien van het ambt

  • 4) gering/aanzienlijk risico van onvoldoende beschikbaarheid voor de functie

  • 5) gering/aanzienlijk risico van betrokken raken bij aannemingen of leveranties ten behoeve van openbare diensten

  • 6) gering/aanzienlijk risico van schending van geheimhoudingsverplichtingen

  • 7) gering/aanzienlijk risico van onoorbare beïnvloeding

  • 8) anderszins, namelijk ...

toelichting: ...

Het onder (...) bedoelde risico zou kunnen worden ondervangen door: ...

datum: ...

handtekening: ...

II. Advies hoofd van de diensteenheid

ontvangen d.d.: ...

hoofd van de diensteenheid: ...

naam: ...

(rang: ..., krijgsmachtdeel: ...)

  • ( ) een voorlopige toestemming verleend voor de nevenwerkzaamheid

  • ( ) een voorlopig verbod opgelegd voor de nevenwerkzaamheid

  • ( ) afspraken gemaakt omtrent de uitoefening van de nevenwerkzaamheid en/of de

functievervulling: ...

motivering: ...

doorgezonden naar de autoriteit:...

datum: ...

handtekening: ...

III. Beslissing autoriteit

advies BBO ingewonnen dd.: ...

advies BBO: ...

  • ( ) beslissing autoriteit: ...

motivering: ...

datum: ...

handtekening: ...