Richtlijnen Financiële verslaggeving TNO

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-07-2008 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 25-11-2000 t/m heden

Richtlijnen Financiële verslaggeving TNO

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

in overeenstemming met de minister van financiën:

Gelet op artikel 26 eerste lid van de TNO-wet;

Gehoord de Raad van Bestuur van TNO:

Besluit:

Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze richtlijnen wordt verstaan onder:

  • a de Minister: de Minister van onderwijs, Ccltuur en wetenschappen tevens belast met de coördinatie van het wetenschapsbeleid:

  • b de financiële verslaggeving: de financiële verslaggeving omvat het jaarverslag (bestuurs- of directieverslag), de jaarrekening en de overige gegevens.

  • c de jaarrekening: de (geconsolideerde) jaarrekening bestaat uit de (geconsolideerde)balans, (geconsolideerde) resultatenrekening, en de toelichting daarop;

  • d TNO: de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk Onderzoek.

Hoofdstuk II. Richtlijnen voor de opstelling van de Jaarrekening

Toepassing van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Artikel 2

Tenzij de onderliggende richtlijnen anders voorschrijven zijn de bepalingen van Titel 9, boek 2, van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving onveranderd van toepassing op de Financiële verslaggeving van TNO. De jaarrekening wordt derhalve opgesteld volgens het baten- en lastenstelsel. Er wordt tot consolidatie overgegaan in de geest van het B.W.

Voorzieningen en Reserves

Artikel 3

Voorzieningen worden gevormd voor risico’s of verplichtingen die per balansdatum aanwezig zijn of voor het egaliseren van de kosten in de tijd. De mutaties van voorzieningen vinden plaats door dotaties en onttrekkingen ten laste respectievelijk ten gunste van de resultatenrekening.

Artikel 4

Reserves worden gevormd bij de bestemming van het resultaat. Bij de bestemming van het resultaat kunnen tevens bestemmingsreserves worden gevormd dan wel bestaande bestemmingsreserves worden gemuteerd. De mutaties kunnen toevoegingen of onttrekkingen zijn. Zo kan bij de resultaatbestemming door toevoeging een bestemmingsreserve worden gevormd voor toekomstige uitgaven of lasten. De vorming van bestemmingsreserves moet geschieden op basis van concrete beleidsplannen en concrete financieringsplannen.

Daarnaast kan er sprake zijn van onttrekkingen, omdat bijvoorbeeld in het verslagjaar uitgaven hebben plaatsgevonden, waarvoor de bestemmingsreserves oorspronkelijk waren gevormd. Voorzover uitgaven het karakter hebben van kosten die alleen betrekking hebben op het desbetreffende verslagjaar worden deze verwerkt ten laste van de resultatenrekening van dat jaar. In geval uitgaven het karakter hebben van investeringen in kennisontwikkeling vindt activering op de balans plaats van deze uitgaven. De aan deze investering gerelateerde afschrijvingsposten worden vervolgens stelselmatig ten laste van de resultatenrekening gebracht. Voor hetzelfde bedrag aan vorengenoemde afschrijvingskosten dan wel de uitgaven die als kosten van het verslagjaar worden aangemerkt, vindt bij de bestemming van het resultaat onttrekking uit de bestemmingsreserves plaats.

Aan de gebruikers van de jaarrekening wordt de resultatenbestemming zichtbaar gemaakt door het in bijlage A gehanteerde model.

Reserve bedrijfsrisico’s

Artikel 5

Op grond van artikel 22 van de TNO-wet kan een reserve voor bedrijfsrisico’s worden gevormd. De vorming van de reserve voor bedrijfsrisico’s geschiedt als volgt , totdat de maximale omvang van de reserve is bereikt wordt jaarlijks bij de bestemming van het resultaat (conform artikel 4) een door de Raad van Bestuur te bepalen percentage van de bijdragen en de opbrengsten van zowel het Rijk (departementen) als van derden aan de reserve toegevoegd.

Onttrekkingen mogen alleen plaatsvinden voor zover deze overeenkomen met de doeleinden van de gevormde reserve, zoals geformuleerd in de Nota Toekomstige Financiering TNO. Deze onttrekkingen worden ten laste van de reserve bedrijfsrisico’s gebracht.

Hoofdstuk III. Slotbepalingen

Artikel 6

Deze richtlijnen worden gepubliceerd in Uitleg OCenW-Regelingen en van die publicatie wordt in de Staatscourant mededeling gedaan.

Artikel 7

De richtlijnen treden in werking drie dagen na publicatie in Uitleg OcenW-Regelingen. Zij zijn voor het eerst van toepassing op de financiële verslaggeving over 1999.

Artikel 8

De richtlijnen kunnen jaarlijks in goed bestuurlijk overleg worden bezien. Indien nodig worden wijzigingen in de richtlijnen aangebracht.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

drs. L.M.L.H.A. Hermans

Bijlage A. Presentatie van de resultatenbestemming

RESULTAAT

   

(sluitpost van resultatenrekening)

 

XXX

   

------

RESULTATENBESTEMMING

   

Resultaat

 

XXX

Dotatie aan bestemmingsreserve

...XXX

 

Onttrekking aan bestemmingsreserve

...XXX

 
 

--------

 
   

XXX

   

-----

Resultaat na mutaties

   

bestemmingsreserves

 

XXX

Dotaties algemene reserves

 

XXX

------

   

= = =

In de toelichting op het eigen vermogen wordt vervolgens het verloop (dotaties en onttrekkingen) van de desbetreffende bestemmingsreserves en van de algemene reserve weergeven.