Aanwijzingsbesluit Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2003.
Geldend van 01-01-2001 t/m 28-01-2004

aanwijzingsbesluit Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappenende minister van landbouw, natuurbeheer en visserij

Gelet op artikel 4 van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Als betrokkene in de zin van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel wordt aangemerkt degene die behoort tot een van de volgende categorieën van personen:

  • a. degenen die in een of meer betrekkingen werkzaam zijn bij openbare of uit openbare kas bekostigde instellingen voor onderwijs of onderzoek, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel;

  • b. gewezen personeel als bedoeld in onderdeel a, waaraan wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel of een vutovereenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel;

  • c. degenen aan wie een pensioen is toegekend krachtens het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, genoemd in artikel 6 van de Wet privatisering ABP, en in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de categorieën, bedoeld in onderdeel a of b;

  • d. de krachtens het reglement, genoemd in onderdeel c, weduwen- of weduwnaarspensioen genietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkene waren in de zin van dit besluit, of betrokkene zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

  • e. gewezen personeel als bedoeld onder a, f of k aan wie een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is toegekend;

  • f. het personeel dat in dienstbetrekking werkzaam is bij de geheel of ten dele door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bekostigde instellingen die zijn aangewezen als werkgever bedoeld in artikel B3 van de ABP-wet, zoals dit luidde op 31 december 1995, of artikel 2, derde lid, sub b van de Wet privatisering ABP;

  • g. degenen die tot een van de onder f bedoelde categorieën hebben behoord, aan wie wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend wegens werkloosheid dan wel vervroegde uittreding;

  • h. degenen die tot een van de onder f, bedoelde categorieën hebben behoord aan wie wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband enigerlei uitkering is toegekend op grond van artikel 11, eerste lid, van de Regeling aanspraken wegens ziekten of gebreken voor bepaalde groepen ambtenaren in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals deze luidde op 31 december 1995;

  • i. degenen aan wie een pensioen is toegekend krachtens het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP en die in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de onder f., g. of h, bedoelde categorieën;

  • j. de krachtens het reglement genoemd in onderdeel i, weduwen- of weduwnaarspensioengenietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkenen waren in de zin van dit besluit, of betrokkenen zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

  • k. het personeel dat in dienstbetrekking werkzaam is bij een van de geheel of ten dele door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde instellingen in de sector van het wetenschappelijk onderwijs, vermeld in de bijlage van deze beschikking;

  • l. degenen die tot de onder k bedoelde categorie hebben behoord aan wie wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend wegens werkloosheid dan wel vervroegde uittreding;

  • m. degenen aan wie pensioen is toegekend krachtens het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP en die in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de onder k en l bedoelde categorieën;

  • n. de krachtens het reglement genoemd in onderdeel m weduwen- of weduwnaarspensioengenietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkenen waren in de zin van dit besluit, of betrokkenen zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

Terugwerkende kracht

Uitleg. 2004, 2, datum inwerkingtreding 29-01-2004, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2001.

De zinsnede ", het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs en educatie en beroepsonderwijs" werkt terug tot en met 1 januari 2001.

De zinsnede ", het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs" werkt terug tot en met 1 juli 2003.

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Als betrokkene in de zin van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel wordt aangemerkt degene die behoort tot een van de volgende categorieën van personen:

  • a. degenen die in een of meer betrekkingen werkzaam zijn bij openbare of uit openbare kas bekostigde instellingen voor onderwijs of onderzoek, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel;

  • b. gewezen personeel als bedoeld in onderdeel a, waaraan wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs of een vutovereenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel;

  • c. degenen aan wie een pensioen is toegekend krachtens het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, genoemd in artikel 6 van de Wet privatisering ABP, en in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de categorieën, bedoeld in onderdeel a of b;

  • d. de krachtens het reglement, genoemd in onderdeel c, weduwen- of weduwnaarspensioen genietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkene waren in de zin van dit besluit, of betrokkene zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

  • e. gewezen personeel als bedoeld onder a, f of k aan wie een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is toegekend;

  • f. het personeel dat in dienstbetrekking werkzaam is bij de geheel of ten dele door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bekostigde instellingen die zijn aangewezen als werkgever bedoeld in artikel B3 van de ABP-wet, zoals dit luidde op 31 december 1995, of artikel 2, derde lid, sub b van de Wet privatisering ABP;

  • g. degenen die tot een van de onder f bedoelde categorieën hebben behoord, aan wie wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend wegens werkloosheid dan wel vervroegde uittreding;

  • h. degenen die tot een van de onder f, bedoelde categorieën hebben behoord aan wie wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband enigerlei uitkering is toegekend op grond van artikel 11, eerste lid, van de Regeling aanspraken wegens ziekten of gebreken voor bepaalde groepen ambtenaren in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals deze luidde op 31 december 1995;

  • i. degenen aan wie een pensioen is toegekend krachtens het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP en die in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de onder f., g. of h, bedoelde categorieën;

  • j. de krachtens het reglement genoemd in onderdeel i, weduwen- of weduwnaarspensioengenietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkenen waren in de zin van dit besluit, of betrokkenen zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

  • k. het personeel dat in dienstbetrekking werkzaam is bij een van de geheel of ten dele door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde instellingen in de sector van het wetenschappelijk onderwijs, vermeld in de bijlage van deze beschikking;

  • l. degenen die tot de onder k bedoelde categorie hebben behoord aan wie wegens ontslag uit de betrekking een uitkering is toegekend wegens werkloosheid dan wel vervroegde uittreding;

  • m. degenen aan wie pensioen is toegekend krachtens het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP en die in de maand voorafgaande aan de pensionering behoorden tot de onder k en l bedoelde categorieën;

  • n. de krachtens het reglement genoemd in onderdeel m weduwen- of weduwnaarspensioengenietende niet hertrouwde weduwen of weduwnaars van degenen die op de dag van overlijden betrokkenen waren in de zin van dit besluit, of betrokkenen zouden zijn geweest, indien dit besluit op die dag van kracht zou zijn geweest;

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998 wordt tevens als betrokkene in de zin van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel aangemerkt degene die behoort tot een van de volgende categorieën van personen:

  • a. een personeelslid in dienst van een instelling als bedoeld in artikel 1.2, onder a, c en d van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met uitzondering van de leden van het college van bestuur van een openbare universiteit of van de Open Universiteit en met uitzondering van degene die behoort tot een groep personeelsleden van een universiteit, ten aanzien waarvan het college van bestuur in overeenstemming met de raad van bestuur van het bij die universiteit behorend academisch ziekenhuis heeft bepaald, dat het rechtspositieregime dat geldt voor het personeel van het ziekenhuis, van toepassing is;

  • b. de benoemde leden van het college van bestuur dan wel de leden van de raad van bestuur dan wel de bezoldigde leden van het algemeen bestuur van een instelling, bedoeld in artikel 1.2, onder a, c en d van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • c. een personeelslid van de organisatie als bedoeld in de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek;

  • d. een personeelslid dat werkzaam is bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van OCenW-Regelingen waarin deze regeling is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998. Van deze plaatsing zal melding worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

drs. L.M.I.H.A. Hermans

De

minister

van landbouw, natuurbeheer en visserij,

mr. L.J. Brinkhorst

Bijlage Behorende bij artikel 1, sub k van het Aanwijzingsbesluit Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Instellingen in de sector van het wetenschappelijk onderwijs, waarvan het (gewezen) personeel is aangewezen als betrokkene in de zin van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel.

  • Stichting Internationaal Instituut voor Sociale Studiën (ISS) te 's-Gravenhage;

  • Katholieke Theologische Universiteit Utrecht;

  • Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen;

  • Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) te Texel;

  • Universiteit voor Humanistiek;

  • Stichting theologische faculteit Tilburg.