Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
minister:
-
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b.
IOAW:
-
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- c.
IOAZ:
-
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- d.
Abw:
-
Algemene bijstandswet;
- e.
WWB:
-
Wet werk en bijstand;
- f.
Bbz 2004:
-
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
- g.
declaratie:
-
opgave van kosten als bedoeld in de artikelen 56 van de IOAW, 56 en 59e van de IOAZ en 48 en 56 van het Bbz 2004;
- h.
de ten laste van de gemeente gebleven kosten:
-
de in een kalenderjaar door burgemeester en wethouders verleende uitkering en bijstand,
bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, van de IOAW, 56, eerste lid, van de IOAZ en 48, eerste en tweede lid, van het Bbz 2004, verminderd met alle ontvangsten van burgemeester en wethouders in dat jaar in verband
met de verlening van uitkering en bijstand, waaronder begrepen de bedragen die burgemeester
en wethouders ontvangen door toepassing van de artikelen 20a van de IOAW, 20a van de IOAZ en 14a van de Abw;
- i.
tekortkoming:
-
het niet hebben voldaan door burgemeester en wethouders aan de bij of krachtens respectievelijk
de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004 gestelde regels;
- j.
financieel beslag:
-
het verschil tussen het bedrag van de ten laste van burgemeester en wethouders gebleven
kosten bij een onjuiste wetsuitvoering en dat bij een juiste wetsuitvoering;
- k.
verslag over de uitvoering:
-
het verslag, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW en 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004;
- l.
financiële fouten:
-
tekortkomingen waarbij met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering of bijstand
onrechtmatig is verstrekt of is teruggevorderd of verhaald zonder inachtneming van
de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;
- m.
financiële onzekerheden:
-
tekortkomingen waarbij niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering
of bijstand rechtmatig is verstrekt;
- n.
uitkeringskosten:
-
de kosten van uitkeringen, bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, van de IOAW, 56, eerste lid, van de IOAZ en 48, eerste lid, van het Bbz 2004;
- o.
uitvoeringskosten:
-
de uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 59e, eerste lid, van de IOAZ onderscheidenlijk artikel 56, eerste lid, van het Bbz 2004.
-
2 De maandvoorschotten voor het kalenderjaar 2006 worden betaald op of omstreeks de
vijftiende van de maand waarop zij betrekking hebben, op basis van het over het twee
jaar terugliggende kalenderjaar door burgemeester en wethouders gedeclareerde bedrag,
waarbij afstemming plaatsvindt op de landelijk verwachte kosten voor de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004.
Artikel 3. Opschorting en terugvordering voorschotten
-
2 Indien het verslag en de daarop betrekking hebbende verklaring, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004, niet op de in artikel 7, eerste lid, genoemde datum zijn ontvangen, kan de minister de betaling van de maandvoorschotten
voor het lopende vergoedingsjaar opschorten met ingang van de kalendermaand volgend
op de maand waarop de ontvangsttermijn is verlopen.
-
3 Indien het verslag en de daarop betrekking hebbende verklaring, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004, niet zijn ontvangen binnen vijftien maanden na het kalenderjaar waarop zij betrekking
hebben, worden op of omstreeks de vijftiende van de daaropvolgende maand de maandvoorschotten
met betrekking tot het betreffende kalenderjaar teruggevorderd.
Artikel 4. Betaling uitkering, verhoging en aanvullende uitkering
-
1 De uitkering, bedoeld in de artikelen 58, eerste lid, van de IOAW, 58, eerste lid, van de IOAZ en 50, eerste lid, van het Bbz 2004, wordt in gelijke maandelijkse delen gedurende het kalenderjaar waarop zij betrekking
heeft betaald, telkens op of omstreeks de vijftiende van de maand.
-
2 Indien de uitkering op grond van de artikelen 59 van de IOAW, 59 van de IOAZ en 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar waarop de uitkering betrekking heeft, wordt het bedrag
waarmee de uitkering wordt verhoogd in gelijke maandelijkse delen, met ingang van
de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld, gedurende het restant
van het kalenderjaar betaald, telkens op of omstreeks de vijftiende van de maand.
-
3 Indien de uitkering op grond van de artikelen 59 van de IOAW, 59 van de IOAZ en 51 van het Bbz 2004 wordt verhoogd in het jaar volgend op het jaar waarop de uitkering betrekking heeft,
wordt het bedrag waarmee de uitkering wordt verhoogd betaald op of omstreeks de vijftiende
van de maand volgend op de maand waarin het bedrag is vastgesteld.
Artikel 5. Bedragen vergoeding uitvoeringskosten
-
3 De kosten, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel c, van het Bbz 2004, van de aan derden opgedragen begeleiding van een persoon aan wie algemene bijstand
wordt verstrekt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b en derde lid, van het Bbz 2004, komen voor vergoeding in aanmerking, voorzover zij niet meer bedragen dan:
-
4 De kosten, bedoeld in artikel 59e, eerste lid, van de IOAZ, van een aan derden opgedragen onderzoek betrekking hebbend op een aanvraag om uitkering
op grond van de IOAZ, komen voor vergoeding in aanmerking, voorzover zij niet meer bedragen dan € 1.079,–.
Artikel 6
[Vervallen per 24-01-2001]
Artikel 7. Verslag over de uitvoering, accountantsverklaring en oordeel raad
-
1 Het verslag over de uitvoering, de verklaring van de accountant en het oordeel van
de gemeenteraad, bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het Bbz 2004, worden uiterlijk op 20 september van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar
waarop zij betrekking hebben door de minister ontvangen.
Artikel 7a. Geen accountantsverklaring
De verplichting tot het overleggen van een verklaring van een accountant, bedoeld
in de artikelen 54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en artikel 54, eerste lid, van het Bbz 2004, geldt niet voor burgemeester en wethouders van de gemeenten, waarvan de ten laste
van de gemeente gebleven kosten, voor de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 tezamen, € 100.000,– of minder bedragen.
Artikel 7b. Voorlopig verslag over de uitvoering
Artikel 8. Rechtmatige wetsuitvoering
-
1 De IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 tezamen worden in een kalenderjaar rechtmatig uitgevoerd indien het financieel beslag
van de tekortkomingen niet meer bedraagt dan 5% van de uitgaven van de in het kader
van de wet of het besluit door burgemeester en wethouders verleende uitkering en bijstand,
bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, van de IOAW, 56, eerste lid, van de IOAZ en 48, eerste en tweede lid, van het Bbz 2004, vermeerderd met alle ontvangsten van burgemeester en wethouders in dat jaar in verband
met de verlening van uitkering en bijstand, waaronder begrepen de bedragen die burgemeester
en wethouders ontvangen door toepassing van de artikelen 20a van de IOAW, 20a van de IOAZ en 14a van de Abw.
-
2 Onverminderd het eerste lid, blijven de volgens opgave van burgemeester en wethouders
ten laste gebleven kosten buiten aanmerking als bedoeld in artikel 59d, eerste lid, van de IOAW, artikel 59d, eerste lid, van de IOAZ en artikel 55, eerste lid, van het Bbz 2004, indien sprake is van een tekortkoming die voortkomt uit een besluit om de wet of
het besluit op een of meer onderdelen in strijd met de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004 uit te voeren.
Artikel 9. Berekening financieel beslag van tekortkomingen
Artikel 9a. Wijziging wettelijke grondslag
Deze regeling berust mede op de artikelen 54, derde lid, 57, eerste lid, 59b en 59d, tweede lid, van de IOAW, de artikelen 54, derde lid, 57, eerste lid, 59b, 59d, tweede lid, en 59f, eerste lid, van de IOAZ en de artikelen 37, eerste lid, 49, eerste lid, 50, tweede lid, 53, 56, eerste lid en 57, eerste lid, van het Bbz 2004.
Artikel 10. Overgangsbepaling
Bij de opschorting en terugvordering van voorschotten over het vergoedingsjaar 2004
en eerdere vergoedingsjaren wordt beslist met toepassing van artikel 3, zoals dat luidde op 31 december 2004.
Artikel 11. Wijziging Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik
[Red: Wijzigt de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik]
Artikel 12. Inwerkingtreding
-
2
Artikel 11, onderdelen D, E, G, H, I en J, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiering en verantwoording IOAW,
IOAZ en Bbz 2004.