Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs onder
meer in verband met de stichtings- en opheffingsnormen van afdelingen en scholen voor
voorbereidend beroepsonderwijs en wijziging van de Wet tegemoetkoming studiekosten
in verband met kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en moeilijk lerende kinderen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de wettelijke basis
voor een regeling bij algemene maatregel van bestuur van regionale verwijzingscommissies
aan te scherpen, rekening te houden met nevenvestigingen voor praktijkonderwijs, de
stichtings- en opheffingsnormen van afdelingen en scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs
aan te passen en de studiekostenvergoeding voor voortgezet speciaal onderwijs voor
kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en moeilijk lerende kinderen gelijk
te schakelen met die voor leerlingen in het voortgezet onderwijs;
dat daartoe de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet tegemoetkoming studiekosten dienen te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: