Wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Wet op belastingen van rechtsverkeer,
de Natuurschoonwet 1928, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen
ter bestrijding van oneigenlijk gebruik met betrekking tot de overdrachtsbelasting,
de Natuurschoonwet 1928 en de werkingssfeer van de Natuurschoonwet 1928 te verruimen met het oog op de fiscale stimulering van natuurbeheer en dat het voorts
wenselijk is de regeling in de loonbelasting en de vennootschapsbelasting inzake werknemersopties
aan te passen en in de loonbelasting een regeling te treffen voor verlof en verlofsparen
en tevens voor de werknemersverzekeringen een regeling te treffen voor verlof overeenkomstig
die voor de loonbelasting;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: