Publicatie aanpassing vergoeding materiële instandhouding basisscholen als gevolg van groei

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-04-2008 en zichtdatum 29-12-2024.
Geldend van 31-01-2001 t/m heden

Publicatie aanpassing vergoeding materiële instandhouding basisscholen als gevolg van groei

1. Inleiding

De vergoeding materiële instandhouding (M.I.) voor het kalenderjaar 2001wordt berekend op basis van het aantal leerlingen op de reguliere teldatum 1 oktober 2000. Als een school echter op 1 maart 2001 aanzienlijk meer leerlingen heeft dan op 1 oktober 2000 bestaat het recht om de vergoeding voor de materiële instandhouding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 aan te laten passen. Hiervoor moet de school een leerlingentelling laten plaatsvinden op 1 maart 2001. In verband met wijziging van het Bekostigingsbesluit WPO per 1 augustus 2000 (artikel 14 3e lid, sub c) is er met ingang van het schooljaar 2000/2001 het één en ander veranderd voor het vastleggen van deze telling. Een belangrijke wijziging is, dat er vanaf dit jaar naast de leerlingen per achterstandscategorie ook de leeftijd van deze leerlingen dient te worden verstrekt. Hierbij moet worden uitgegaan van de leeftijd van deze leerlingen op 1 oktober 2000. Deze publicatie geeft informatie voor de telling op 1 maart 2001.

2. Doelgroep

Deze regeling is bedoeld voor basisscholen waarbij op 1 maart 2001 aanzienlijk meer leerlingen daadwerkelijk schoolgaand en ingeschreven zijn dan op 1 oktober 2000 (zie ook onder punt 3.1). In tegenstelling tot voorgaande jaren is de voorwaarde komen te vervallen, dat u in de periode tussen 1 oktober 2000 en 1 maart 2001 aanspraak moet hebben gemaakt op verhoging van de personele formatie.

3. Procedure

Hieronder wordt de procedure geschetst die leidt tot een hernieuwde vaststelling van de vergoeding voor materiële instandhouding 2001.

3.1. Indienen telformulier

Een school heeft recht op toekenning van extra vergoeding voor de materiële instandhouding als het aantal leerlingen op 1 maart 2001 met tenminste 17 leerlingen is toegenomen ten opzichte van het aantal leerlingen op1 oktober 2000 verhoogd met 3 procent, welk getal naar beneden wordt afgerond op een geheel getal. Dit betekent, dat een school die op 1 oktober 2000 een leerlingenaantal van 200 had, in aanmerking komt voor extra vergoeding op het moment dat de school op 1 maart 2001 (200 x 1,03 + 17) = 223 leerlingen of meer telt.

Voor de telling van 1 maart 2001 moet gebruik gemaakt worden van het formulier CFI 51215 (zie ook onder punt 4).

Als een school bestaat uit een hoofdvestiging en één of meer nevenvestigingen, dan moet voor elke vestiging afzonderlijk een telformulier worden ingediend. Dus ook voor vestigingen waar geen groei heeft plaatsgevonden.

Het verdient aanbeveling om na invulling van de telgegevens het formulier op juistheid en volledigheid te controleren. Het komt voor dat basisgegevens en totalen niet met elkaar overeenkomen.

Om voor een tijdige aanpassing van de vergoeding in aanmerking te komen moet het telformulier vóór 15 maart 2001 worden ingediend. Hierbij dient te worden vermeld dat de datum van de poststempel doorslaggevend is. Het formulier moet ondertekend worden door het bevoegd gezag en gestuurd worden naar:

Cfi

Afdeling IGP (PO-tellingen)

Postbus 606

2700 ML Zoetermeer.

De ontvangst van het formulier zal worden bevestigd.

3.2. Vaststellen nieuwe vergoeding

Alleen wanneer de school op basis van de telling van 1 maart 2001 recht heeft op een hoger vergoedingsbedrag dan het op basis van de telling van 1 oktober 2000 vastgestelde vergoedingsbedrag, wordt de vergoeding aangepast met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001.

Daarbij wordt aangetekend dat groei voor een school met nevenvestigingen op schoolniveau wordt vastgesteld. Dit houdt in dat voor een school met meerdere vestigingen de vergoeding per vestiging opnieuw wordt vastgesteld en per school getotaliseerd. Uiteindelijk wordt hiermee de vergoeding voor de school als geheel verhoogd.

Vóór 1 mei 2001 wordt de vergoeding nader vastgesteld. De aangepaste vergoeding wordt verstrekt in de maanden mei tot en met december 2001.

3.3. Overzicht Geregistreerde Telgegevens

De door de school verstrekte telgegevens worden in de maand maart 2001 verwerkt en vervolgens op het Overzicht Geregistreerde Telgegevens aan het bevoegd gezag teruggemeld. Dit overzicht zal, bij tijdige indiening van het telformulier, uiterlijk op 7 april 2001 door Cƒi worden verzonden. U dient dit formulier goed te bewaren in uw schooladministratie. Het formulier maakt deel uit van de jaarlijkse controle door de instellingsaccountant en de departementale accountant.

3.4. Correcties

Het Overzicht Geregistreerde Telgegevens dient u te controleren op een juiste verwerking van uw opgave. Eventuele correcties dient U binnen 14 dagen na ontvangst van het Overzicht Geregistreerde Telgegevens, duidelijk herkenbaar op een kopie van dit overzicht aan te geven.

Gebruik hiervoor een rode pen. Als de gegevens op het overzicht juist zijn, wordt dit overzicht opgeslagen in de administratie van de school en dus NIET naar Cfi opgestuurd.

Het is in een klein aantal gevallen mogelijk dat deze correcties op een dusdanig tijdstip Cfi bereiken dat het niet meer mogelijk is om tijdig (vóór 1 mei 2001) de aangepaste vergoeding op grond van de (foutieve) 1 maarttelling bij te stellen. In die gevallen zullen deze correcties worden verwerkt vanaf het moment dat de uitkomsten van de controle van de basisgegevens door de instellingsaccountant bekend zijn.

Indien voornoemde controleresultaten, waaronder de correcties die niet op tijd konden worden verwerkt, van invloed zijn op het in eerste instantie (vóór 1 mei 2001) aangepaste en verstrekte vergoedingsbedrag, zal de bijstelling van de aangepaste vergoeding in de maanden oktober tot met december 2001 plaatsvinden.

4. Het formulier

4.1. Toelichting

Het formulier vraagt om de leerlingenaantallen per achterstandscategorie en leeftijd. Deze leerlingaantallen zijn gebaseerd op leerlingen die op 1 maart 2001 daadwerkelijk schoolgaand en ingeschreven zijn. Nieuw dit jaar ten opzichte van voorgaande jaren is, dat ook de leeftijd van de desbetreffende leerlingen moet worden ingevuld. Bij de opgave van het aantal leerlingen op 1 maart 2001 moet hierbij worden uitgegaan van de leeftijd van deze leerlingen op 1 oktober 2000.

De M.I.-vergoeding t.b.v. NOAT wordt niet naar aanleiding van groei aangepast. Betreffende gegevens worden dan ook niet opgevraagd. Deze vergoedingen blijven gebaseerd op de telling per 1 oktober 2000.

4.2. Bestellen

Het formulier dat voor de 1 maarttelling 2001 moet worden gebruikt heeft het formuliernummer CFI 51215 en is, door middel van een plaketiket, aan te vragen bij:

Cfi

Afdeling GVZ

Postbus 606

2700 ML Zoetermeer.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
namens deze,

ir. A.J. Degens

hoofddirecteur centrale financiën instellingen