Besluit van 7 mei 2001, houdende nadere regels over de wijze waarop de melding, bedoeld
in artikel 27 of 28 van de Wet bescherming persoonsgegevens, dient te geschieden (Meldingsbesluit
Wbp)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 januari 2001, 5075636/01/6;
Gelet op artikel 28, vijfde lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
De Raad van State gehoord (advies van 22 maart 2001, nr. W03.01.0051/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 27 april 2001, nr. 5095179/01/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: