Wijzigingsbesluit Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, enz. (storten van afvalstoffen)

[Regeling materieel uitgewerkt per 16-07-2011.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 13-07-2001 t/m heden

Besluit van 5 juli 2001 tot wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en enige andere besluiten ter uitvoering van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PbEG L 182)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 maart 2000, nr. MJZ 2000024026, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op richtlijn nr. 1999/31/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 april 1999, betreffende het storten van afvalstoffen (PbEG L 182) alsmede op de artikelen 1.1, eerste en tiende lid, 8.2, tweede lid, 8.5, eerste lid, 8.15, eerste lid, 8.25, tweede lid, 8.44, eerste lid, 8.45, eerste lid, en 10.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 6 juni 2000, nr. WO8.00.0099/v);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 juli 2001, nr. MJZ 2001073426, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel Vl

  • 1 Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit vergunninghouder is van een stortplaats als bedoeld in artikel 1 van het Stortbesluit bodembescherming, dient voor 16 juli 2002 bij het bevoegd gezag een plan in dat de in het derde lid bedoelde gegevens bevat.

  • 3 In het plan wordt aangegeven op welke wijze de vergunninghouder voornemens is te voldoen aan de verplichtingen met betrekking tot vakbekwaamheid en financiële zekerheid als bedoeld in onderscheidenlijk de artikelen 2a en 12 van het Stortbesluit bodembescherming, zoals die luiden met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, alsmede welke maatregelen hij voornemens is te treffen om te voldoen aan de andere door dit besluit gewijzigde bepalingen van algemene maatregelen van bestuur, of aan de krachtens die bepalingen gestelde regels, met uitzondering van de maatregelen die moeten worden getroffen om te voldoen aan het zesde en zevende lid.

  • 4 Het bevoegd gezag past voor 1 januari 2004 gelet op het plan zo nodig de aan de vergunning verbonden voorschriften aan, dan wel verbindt zodanige beperkingen aan de vergunning, dat zo spoedig mogelijk doch voor 16 juli 2009 wordt voldaan aan de vereisten, bedoeld in het derde lid. Indien het niet mogelijk is door middel van voorschriften of beperkingen aan die vereisten te voldoen, vindt het tweede lid overeenkomstige toepassing.

Artikel Vlll

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 juli 2001

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de twaalfde juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals