Inleiding
Ingevolge artikel 3 van de Administratieverordening dient de gerechtsdeurwaarder bij de financiële verslaggeving (de ‘kwartaalcijfers’
en de ‘jaarstukken’) de door het bestuur van de KBvG vastgestelde staten te hanteren.
In hoofdstuk 1 zijn de modellen voor zowel de kantoor- [1.0 tot en met 1.4] als de privé-verslagstaten [2.1 tot en met 2.3] weergegeven.
In hoofdstuk 2 wordt een toelichting gegeven met betrekking tot de wijze van waardering
van de posten in de verslagstaten kantoor respectievelijk privé.
Als bijlagen zijn de verslagstaten per wijze van beroepsuitoefening toegevoegd.
De bedragen in de staten dienen afgerond in hele Euro's te worden gegeven.
Algemeen kader
De in hoofdstuk 1 weergegeven staten vormen de basis voor de door de gerechtsdeurwaarder in te dienen jaarstukken (kantoor en privé).
Voor de verslagstaten geldt dat alle gerechtsdeurwaarders de financiële verslaglegging
in deze verslagstaten en in het bijbehorende accountantsrapport van het kantoor overeenkomstig
de gegeven modellen en de bijbehorende toelichting opstellen en, middels het elektronische
portaal dat daartoe is aangewezen, verstrekken aan het BFT.
De (model)kantoorstaten hebben betrekking op de samengevoegde balans en resultatenrekening van de gerechtsdeurwaarderspraktijk (in de situatie
van uitoefening van de praktijk door middel van een rechtspersoon of van rechtspersonen).
In de modelstaat kantoorbalans zijn een aantal posten (onderhanden werk, kwaliteitsrekeningen)
opgenomen die een directe relatie hebben met de berekening van de bewaringspositie.
Uit de financiële administratie van de gerechtsdeurwaarder dient een specificatie
(op dossier/eiserniveau) van de berekening van de bewaarplicht bewaard te worden.
De presentatie van de bewaringspositie geschiedt in staat 1.4.
In de modelstaat winst- en verliesrekening zijn uitsluitend de hoofdrubrieken conform
de categoriale indeling opgenomen. De modelstaat ‘Specificaties bij de winst- en verliesrekening
en overige gegevens’ (staat 1.3) sluit voor de eerstbedoelde specificaties aan bij de in de winst- en verliesrekening
weergegeven rubrieken.
De modelstaat kerncijfers kantoor (staat 1.4 vervolg 2) is toepasbaar ongeacht de wijze van beroepsuitoefening. Ten aanzien van
deze staat wordt opgemerkt dat de in deze staat opgenomen kerngegevens een belangrijke
basis vormen voor het hoofdstuk ‘bedrijfseconomische beschouwingen’ in de financiële
verslaggeving.
De privé-staten (V-staat) bestaan uit een modelstaat voor de persoonlijke holding
(staat 2.1) en een model privé-vermogensopstelling (staat 2.2). Deze staat heeft betrekking op het zogenaamde aansprakelijk vermogen van de gerechtsdeurwaarder.
De KBvG zal, na overleg met het BFT, de (model)verslagstaten van tijd tot tijd actualiseren.
De staten dienen te worden gehanteerd met ingang van het tweede kwartaal van 2013.
Toelichting op de KBvG-modelstaten
Inleiding
Uitgangspunt voor de kantoorstaten is de regelgeving conform BW 2 titel 9. Hierbij geldt als kanttekening dat in enkele situaties bewust van deze regelgeving
is afgeweken, dan wel dat de in BW 2 titel 9 en verdere [waaronder fiscale] regelgeving
gegeven mogelijkheden tot bijvoorbeeld presentatie zijn beperkt. Ook de indeling van
de privé-vermogensstaat is verplicht. Indien (het aandeel in) de gerechtsdeurwaarderspraktijk
wordt gehouden door een Holding-B.V., dienen de balans en resultatenrekening van deze
holding conform BW 2 titel 9 te zijn ingericht en te zijn opgenomen in de staten 2.1.
In de toelichting op de verslagstaten van de gerechtsdeurwaarderspraktijk dan wel
in het accountantsrapport vindt een nadere specificatie / uiteenzetting plaats. In
de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn criteria gegeven voor het al dan niet
opnemen (specificeren) van activa en posten van het vreemd vermogen in de jaarrekening;
dit geldt ook voor het salderen dan wel samenvoegen van gegevens.
Voor de verslagstaten en de bijbehorende toelichting geldt als waarderingsgrondslag
de nominale waarde tenzij daar hierna expliciet van is afgeweken. In de gevallen waarin
tussen deze staten en de fiscale jaarverantwoording sprake is van afwijkingen dient
een latente belastingvoorziening getroffen te worden. Deze voorziening wordt alleen
opgenomen indien sprake is van een latente belastingschuld.
Wellicht ten overvloede wordt vermeld dat de gebruikelijke principes voor de waardering
en de resultaatbepaling, zoals het causaliteitsbeginsel, het realisatiebeginsel en
het voorzichtigheidsbeginsel van toepassing zijn.
Naast de gebruikelijke toelichtingen en specificaties dienen tenminste de navolgende
posten als onderstaand gewaardeerd en opgenomen te worden.
Balans
Immateriële vaste activa
(positieve) goodwill betaald aan derden kan worden opgenomen onder de hieronder opgenomen
voorwaarden:
-
• Tot een maximum van 3 keer het gemiddeld behaalde resultaat na belastingen van de
overgenomen onderneming. Negatieve resultaten in deze afgelopen jaren kunnen een negatieve
uitkomst aanleiding geven(Badwill).
-
• Met een jaarlijkse afschrijving van tenminste 20%.
Het gemiddeld behaalde resultaat na belastingen is het resultaat voor afschrijving
goodwill en na vennootschapsbelasting, ook als die belasting niet verschuldigd zou
zijn. Bij maatschappen wordt ook nog een gemiddelde ondernemersbeloning (jaarlijks
vast te stellen, voor 2012 op EUR 75K) in mindering gebracht. Het gemiddeld behaalde
resultaat is een gewogen gemiddelde waarbij het laatste jaar 3 keer telt, het voorlaatste
2 keer en het jaar daarvoor 1 keer. Toekomstige resultaatverwachtingen spelen geen
rol, tenzij deze lager liggen dan de gemiddeld behaalde resultaten. In dit laatste
geval wordt de goodwill gebaseerd op de lagere resultaatverwachting.
Materiële vaste activa
Voor de waardering wordt uitgegaan van de historische aanschafwaarde, te verminderen
met een lineaire afschrijving gedurende maximaal de geschatte economische levensduur.
Indien de actuele waarde van onroerende zaken hiervan materieel afwijkt, is het toegestaan
deze actuele waarde te hanteren tot maximaal de WOZ-waarde van die onroerende zaken.
Niet ter beurze genoteerde effecten (waaronder deelnemingen)
Deze dienen in een toelichting te worden gespecificeerd. Als waarderingsgrondslag
dient het aandeel in het eigen vermogen van deze vennootschappen volgens de laatste
beschikbare jaarrekening. Ingeval de actuele waarde van deze effecten op het moment
van het opstellen van de berekening aanmerkelijk negatief afwijkt, dient van deze
lagere stand te worden uitgegaan.
Leningen u/g
Leningen u/g aan aandeelhouders/maatschaps-leden: opname tot maximaal de waarde van
de gestelde zekerheden.
Voor overige leningen u/g of voor een surplus aan leningen boven de waarde van de
zekerheden, zie de toelichting bij de rekeningen-courant gerechtsdeurwaarders.
Leningen u/g aan derden: opname tegen nominale, of lagere economische waarde.
Onderhanden werk
Leidend voor de bepaling van het onderhanden werk zijn de contractuele afspraken tussen
de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever. Bekend is dat vooral ná inwerkintreding
van de Gerechtsdeurwaarderswet, de verdergaande marktwerking en concurrentie tussen gerechtsdeurwaarders onderling,
een veelheid van uiteenlopende contractuele afspraken zijn gemaakt met opdrachtgevers,
uiteenlopend van volledige no cure no pay-afspraken, kostenmaximalisatie tot declaratie op basis van urenregistratie.
De bepaling van het onderhanden werk in de verslagstaten zal zijn in overeenstemming
met de volgende berekeningswijze:
-
• afrekenstand [stap A]
-
• score [stap B]
-
• voorziening [stap C];
Voor een uitwerking van deze stappen zie het rapport van de werkgroep BLOS [2011].
Vorderingen en vooruitbetaalde kosten [excl. vorderingen aandeelhouders/maatschaps-leden]
Deze dienen te worden gewaardeerd op de nominale waarde zo nodig te verminderen met
een voorziening voor oninbaarheid.
Vorderingen aandeelhouders/maatschaps-leden
Vorderingen op aandeelhouders/maatschaps-leden [het surplus boven de waarde van de
zekerheden verstrekt in de vorm van leningen u/g daaronder begrepen] worden voor de
berekening van de solvabiliteit en liquiditeit in mindering op het eigen vermogen
gebracht.
Beursgenoteerde effecten
Deze dienen te worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs dan wel tegen de per
berekeningsdatum lagere actuele waarde.
Kwaliteitsrekeningen
Dit betreft zowel de kwaliteitsrekeningen die aangehouden worden voor meerdere cliënten
als de kwaliteitsrekeningen per cliënt/opdrachtgever (de zgn. inzake bankrekening).
Op het saldo van de kwaliteitsbankrekeningen komt de bewaarplicht in mindering.
Kruisposten
Hieronder mogen uitsluitend gelden worden opgenomen die per balansdatum ‘onderweg’
zijn in het verkeer van de kwaliteitsrekeningen naar de bankrekeningen en kassen dan
wel tussen de beide laatstgenoemden. Voor zover zij niet binnen één week na balansdatum
op hun bestemming zijn gearriveerd, wordt dit in de toelichting vermeld.
Eigen vermogen
Voor een vennootschap wordt uitgegaan van het eigen vermogen na verdeling van het
resultaat. Eventuele bijzonderheden met betrekking tot de winstverdeling (verschillende
percentages per vennoot) en bijzondere rechten en verplichtingen dienen te worden
vermeld in de toelichting dan wel in de overige gegevens.
Voorzieningen
Voorzieningen moeten worden gevormd voor op balansdatum aanwezige risico's van verplichtingen
of verliezen waarvan de oorzaak voor balansdatum ligt en waarvan de omvang onzeker
is, maar waarvan de hoogte wel redelijkerwijs is te schatten.
Deze balanspost is, in de balans dan wel in de toelichting, als volgt te splitsen:
-
• latente belastingverplichting;
-
• pensioenen en stamrechten;
-
• overige, nader te benoemen en te specificeren.
Schulden op lange termijn
De in de komende twaalf maanden vervallende aflossingen dienen afzonderlijk onder
de kortlopende schulden te worden opgenomen.
Van achtergestelde leningen dient te worden aangegeven ten opzichte van welke andere
schulden de leningen zijn achtergesteld, alsmede tot welk bedrag de leningen zijn
achtergesteld.
Door aandeelhouders/maatschaps-leden verstrekte achtergestelde leningen kunnen, alleen
na goedkeuring door de bestuurscommissie van de KBvG inzake BLOS, tot het eigen vermogen
worden gerekend bij de berekening van de solvabiliteit.
Krediethypotheek en bankkrediet in rekening-courant
In de toelichting wordt de kredietlimiet vermeld.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Te onderscheiden zijn:
De voorwaardelijke verplichtingen onderscheiden zich van voorzieningen (zie punt k)
door de mate van onzekerheid omtrent het optreden dan wel de omvang van de betalingsverplichting.
Het bestaan van dergelijke voorwaardelijke verplichtingen dient in de toelichting
te worden medegedeeld.
De pro-memorieverplichtingen vloeien voort uit overeenkomsten waarvan de prestatie
en tegenprestatie na balansdatum plaatsvinden. Voorbeelden zijn: meerjarige overeenkomsten
van huur en operational lease; hiervan moet de jaarlast voor het komende boekjaar
worden medegedeeld.
Gebeurtenissen na berekeningsdatum
Gebeurtenissen na berekeningsdatum die een belangrijke invloed op solvabiliteit, liquiditeit
dan wel rentabiliteit na berekeningsdatum zullen hebben, dienen in de toelichting
medegedeeld te worden. Voorbeelden zijn: een niet (volledig) verzekerde schade, en
een koersval van de ter beurze genoteerde effecten.
Winst en verliesrekening
Bruto omzet/mutatie onderhanden werk
Tot de omzet dienen te worden gerekend de vergoedingen voor eigen diensten en de marge
op verschotten.
De omzet wordt tenminste onderverdeeld in de ambtelijke omzet, zijnde de verdiensten
waarvoor in de Btag-tabel een tarief is opgenomen, en de overige omzet.
Buitengewone baten/lasten
Deze dienen zowel qua aard als qua omvang buitengewoon te zijn.
Privé-vermogensopstelling (V-staat en persoonlijke vennootschap)
Uitgangspunt voor deze staat is het aansprakelijk vermogen van de gerechtsdeurwaarder.
In geval van een huwelijk in algemene gemeenschap van goederen betreft dit het totale
privévermogen van de gerechtsdeurwaarder en zijn/haar partner. In geval van huwelijkse
voorwaarden/geregistreerd partnerschap is het aansprakelijk vermogen het privévermogen
van de gerechtsdeurwaarder met inbegrip van zijn/haar aandeel in het gemeenschappelijk
privévermogen met de partner.
Als toelichting dienen de gehanteerde waarderingsgrondslagen te worden vermeld; deze
dienen voor zover mogelijk gelijk te zijn aan die welke hiervoor voor de (kantoor)balans
zijn aangegeven. Voorts dienen specificaties van en toelichtingen op daarvoor in aanmerking
komende posten te worden gegeven, mutatis mutandis zoals aangegeven bij de (kantoor)balans.
Hierna wordt nader ingegaan op een aantal veel voorkomende posten die niet bij deze
balans zijn genoemd.
Kantoorvermogen/praktijkvermogen of aandelen gerechtsdeurwaarderspraktijk
Hier dienen te worden vermeld:
-
• het (aandeel in het) eigen vermogen volgens de (kantoor)balans, dan wel
-
• het eigen vermogen volgens de balans van de praktijkvennootschap respectievelijk van
de geconsolideerde jaarstukken in de situatie van een holding.
Levensverzekeringen
In de toelichting op te nemen doch uitsluitend indien noodzakelijk voor een goede
beoordeling van het vermogen: de afkoopwaarde, met een recent overzicht van de verzekeringsmaatschappij.
Aandeel onverdeelde boedel
Eventueel PM opnemen indien de omvang [nog] niet vaststaat.
Verrekening met partner
Hier op te nemen de daadwerkelijke schuld of vordering die ontstaat als gevolg van
de jaarlijkse afrekening tussen partners.
Belastingvorderingen/-schulden
Een specificatie geven.
Geldmiddelen
Vermelding van het deel dat niet binnen 3 maanden opvraagbaar is.