U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2005. Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2005
Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
Gelet op de artikelen: 1.3, derde lid, 3.10, tweede lid, onderdeel b, 4.12, tweede lid, 5.6, eerste lid, 7.3, vierde lid, 8.1, eerste lid, 9.2, vierde lid, 9.4, eerste lid en 10.9, derde, vierde, zevende en achtste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten,
Besluit
In deze regeling wordt verstaan onder:
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten,
Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
Gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de aanspraak op tegemoetkoming en van de hoogte daarvan, worden door de aanvrager, bedoeld in artikel 1.3 van de wet, of diens partner uitsluitend verstrekt door invulling en inlevering van daartoe bestemde door de IB-Groep te verstrekken formulieren.
1 Indien het betreft een aanvraag van een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 3 of hoofdstuk 5 van de wet, doen de aanvrager en diens partner opgave van het sociaal-fiscaalnummer waaronder zij bij de rijksbelastingdienst zijn geregistreerd.
2 Indien het betreft een aanvraag van een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de wet, doen de leerling, alsmede de TOS-ouder en diens partner, opgave van het sociaal-fiscaalnummer waaronder zij bij de rijksbelastingdienst zijn geregistreerd.
3 Indien het betreft een aanvraag door een minderjarige zonder wettelijke vertegenwoordiger of door een gehuwde jonger dan 18 jaren, wordt bij de aanvraag een kopie van het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens meegezonden.
4 Indien het betreft een aanvraag door een deelnemer vavo of een scholier, van wie de tegemoetkoming op grond van afwezigheid, bedoeld in artikel 4.12 van de wet, geheel uit lening bestaat, en die opnieuw aanspraak maakt op tegemoetkoming in de vorm van een gift, wordt bij de aanvraag een verklaring meegezonden waarin het bestuur van de onderwijsinstelling meedeelt met ingang van welke datum de deelnemer vavo of de scholier weer aan het onderwijs is gaan deelnemen.
1 De datum, bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, onderdeel b, van de wet is 1 januari van het schooljaar.
2 Het tijdstip, bedoeld in artikel 10.9, derde, vierde, zevende en achtste lid, van de wet, is telkens 1 januari van het schooljaar.
Artikel 4.12, eerste lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op een deelnemer vavo die zonder geldige reden niet heeft deelgenomen aan het onderwijs in een of meer vakken.
1 Indien uit een beschikking tot herziening, bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, van de wet blijkt dat teveel tegemoetkoming is uitbetaald, wordt dit op de voet van het tweede en derde lid verrekend met nog te verrichten betalingen op grond van de wet.
2 Eerst wordt het teveel uitbetaalde bedrag zoveel mogelijk verrekend met de nabetalingen die vanaf het tijdstip van afgifte van de beschikking, bedoeld in het eerste lid, aan de aanvrager zouden moeten worden gedaan.
3 Vervolgens wordt, zolang het teveel uitbetaalde bedrag nog niet volledig is verrekend met de nabetalingen, bedoeld in het tweede lid, verrekend met de betalingen, bedoeld in hoofdstuk 4. Wanneer die betalingen hoger zijn dan € 51,36 naar de maatstaf van 1 januari 2005, geschiedt de verrekening met dat bedrag.
4 Onder nabetalingen, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan de betaling van bedragen die op grond van enige herzieningsbeschikking over de reeds op het tijdstip van afgifte van die beschikking verstreken betalingsperiode betaalbaar zouden worden gesteld indien geen sprake zou zijn van verrekening als bedoeld in het tweede lid.
1 Voorzover het teveel uitbetaalde bedrag niet kan worden verrekend, wordt dit op eerste vordering binnen 4 weken geheel terugbetaald.
2 In afwijking van het eerste lid wordt het de debiteur toegestaan, indien hij daartoe een aanvraag indient en daarbij uitdrukkelijk de juistheid van het terug te betalen bedrag erkent, het bedrag, bedoeld in het eerste lid, in ten hoogste 24 maandelijkse termijnen terug te betalen, waarbij geen termijn, met uitzondering van de laatste termijn, kleiner zal zijn dan € 45,38. Die betaling van de maandelijkse termijn door de debiteur geschiedt door middel van automatische incasso.
3 Over het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is rente verschuldigd. Als rentepercentage wordt het percentage van de wettelijke rente gehanteerd. Deze rente wordt berekend per dag op basis van samengestelde interest en is verschuldigd over het bedrag van iedere terugbetaling afzonderlijk, met dien verstande dat in geval de terugbetaling niet op de vervaldatum is ontvangen de op voet van deze bepaling berekende rente wordt bijgeschreven bij het verschuldigde bedrag, onverminderd het bepaalde in het vijfde lid.
4 Voor de berekening van de rente op de voet van het derde lid wordt een maand gesteld op 30 dagen en een jaar gesteld op 360 dagen.
5 Indien een, met inachtneming van het tweede en derde lid berekende, termijn niet op de vervaldatum is ontvangen, vervalt de toestemming, bedoeld in het tweede lid, van rechtswege. Het nog niet door de betaling van het in de reeds betaalde maandelijkse termijnen begrepen bedrag aan aflossing op het bedrag, bedoeld in het eerste lid, vermeerderd met het verschuldigde bedrag aan wettelijke rente, wordt op eerste vordering binnen twee weken door de debiteur geheel voldaan.
Aanpassing van het bedrag, bedoeld in artikel 3.1, derde lid, geschiedt met de procentuele wijziging, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het besluit.
De tegemoetkoming, bedoeld in de hoofdstukken 3 en 4 van de wet, met uitzondering van de basistoelage, bedoeld in artikel 4.3 van de wet, wordt verrekend met de aan de IB-Groep verschuldigde onderwijsbijdrage. Voorzover blijkt dat de onderwijsbijdrage reeds aan de IB-Groep is betaald, wordt het bedrag door de IB-Groep terugbetaald binnen 8 weken na het besluit, bedoeld in artikel 3.8, derde lid, dan wel artikel 4.8, tweede lid, van de wet.
1 Indien op een aanvraag om tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 3 van de wet voor 1 januari van het schooljaar een besluit is genomen, wordt de helft van de tegemoetkoming in de schoolkosten, uitbetaald binnen 4 weken na het besluit, bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de wet, en wordt het resterende deel van de tegemoetkoming in de schoolkosten uitbetaald in de maand februari van het schooljaar.
2 Indien op een aanvraag om tegemoetkoming op grond van in hoofdstuk 3 van de wet na 31 december van het schooljaar een besluit is genomen, wordt de tegemoetkoming uitbetaald binnen 4 weken na het besluit, bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de wet.
3 De overbruggingstegemoetkoming, bedoeld in de artikelen 3.6 en 3.7 van de wet, wordt uitbetaald binnen 4 weken na het besluit, bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de wet.
4 De tegemoetkoming, bedoeld in hoofdstuk 4 van de wet, wordt uitbetaald tussen de twintigste en de dertigste dag van elke maand.
5 De tegemoetkoming, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, wordt uitbetaald binnen 4 weken na het besluit, bedoeld in artikel 5.5, derde lid, van de wet.
6 De tegemoetkoming, bedoeld in hoofdstuk 10 van de wet, wordt uitbetaald binnen 4 weken na het besluit, bedoeld in artikel 10.8, derde lid, van de wet.
De tegemoetkoming wordt uitbetaald door bijschrijving op de bank- of postbankrekening in Nederland van degene aan wie de tegemoetkoming is toegekend. Indien degene aan wie een tegemoetkoming is toegekend, hierom verzoekt, wordt met ingang van de eerstvolgende uitbetaling het gehele uit te betalen bedrag uitbetaald door bijschrijving op een door hem aangewezen bank- of postbankrekening in Nederland.
Inlichtingen, bedoeld in artikel 9.4 van de wet, worden uitsluitend verstrekt door middel van daartoe bestemde formulieren.
[Red: Wijzigt deze regeling.]
De Regeling tegemoetkoming studiekosten wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2001.
Deze regeling wordt aangehaald als ”Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten”.
Deze regeling wordt met toelichting in Uitleg OCenW regelingen geplaatst. Van deze plaatsing wordt melding gedaan in de Staatscourant.
minister
L.M.L.H.A. Hermans
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.