Er zijn vragen gesteld hoe de overschrijdingsregeling m.b.t. het svo-lom en -mlk moet
worden toegepast vanaf 1 augustus 1999. Vanaf die datum worden deze schoolsoorten
omgezet naar respectievelijk leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs
(pro). Omdat in een gemeente niet alle bijzondere en gemeentelijke scholen op dezelfde
datum worden omgezet lijkt de overschrijdingsregeling nogal ingewikkeld te worden.
Hieronder wordt daarop ingegaan.
Het is natuurlijk mogelijk dat een gemeente een verordening materiële financiële gelijkstelling
heeft getroffen of dat in overeenstemming met het bijzonder onderwijs uitgaven voor
een gemeentelijke school buiten de overschrijdingsregeling worden gelaten (art. 96
g en h/96i, 9o lid WVO, Deel I en 249 en 250/251, 4o lid WVO, Deel II). Daaraan wordt in het onderstaande voorbij gegaan. Gemakshalve wordt hieronder steeds
gesproken over bijzondere scholen bij de toepassing van de overschrijdingsregeling.
De wettelijke term is echter: niet door de gemeente in stand gehouden scholen. Daaronder
worden naast de bijzondere scholen ook de door de gemeente op afstand gezette openbare
scholen begrepen.
Per 1 augustus 1998 is het vso-lom en -mlk geregeld in de WVO, deel II. De overschrijdingsregeling is geregeld in de artikelen 251 e.v. De overschrijdingsregeling wordt toegepast per schoolsoort (art. 253, eerste lid). Tussen het vso-lom en -mlk staan dus ”schotten”. Een bijzondere mlk profiteert
dus niet van de uitgaven die een gemeente doet voor haar lom.
De overschrijdingsregeling voor het ”reguliere” VO is geregeld in de artikelen 96 i en volgende van deel I van de WVO. Deze overschrijdingsregeling kent geen bepaling ”per schoolsoort” en kent dus geen
”schotten” tussen de schoolsoorten. Als een gemeente uitgaven doet voor bijvoorbeeld
haar vwo, dan kan het bijzonder vbo daarvan profiteren.
Beide systemen kennen de 5 jaarstermijn. Heeft een gemeente geen eigen scholen meer
binnen die termijn, dan wordt er afgerekend. Een bijzondere school die in de loop
van die termijn erbij komt of sluit, profiteert naar rato van die termijn.
De overschrijdingsregeling maakt deel uit van de bekostigingsartikelen. Belangrijk
is dus hoe de bekostiging is geregeld: verandert de bekostiging, dan wordt ook de
overschrijdingsregeling die bij dat systeem hoort van toepassing.
Vanaf 1 augustus 1999 wordt het svo-lom en -mlk omgezet naar lwoo en pro. Daarmee
verandert vaak ook de bekostiging. De Regeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs
en praktijkonderwijs, Gele Katern 1998, nr. 24 geeft aan welke bekostigingssystematiek van toepassing
wordt of blijft:
Zoals gezegd maakt de overschrijdingsregeling deel uit van de bekostiging. Dat betekent
dat als op grond van Gele Katern 1998, nr. 24 de bekostiging verandert van deel II
naar deel I WVO ook vanaf dat moment de daarbij behorende overschrijdingsregeling van toepassing
wordt. In de vijf jaarstermijn wordt voor de toepassing van deel II bekostiging voor
die school of afdeling een ”knip” gemaakt en die school of afdeling loopt vanaf dat
moment mee in de lopende vijf jaars termijn van de overschrijdingsregeling van deel
I WVO.
Een aantal voorbeelden ter verduidelijking.
-
1a. Een gemeentelijke openbare school voor mlk is per 1 augustus 2000 omgezet in een afdeling
pro verbonden aan een gemeentelijke vo-school. Die afdeling valt vanaf dat moment
onder bekostigingsregime van deel I WVO en dus onder de daarbij behorende overschrijdingsregeling. Als de gemeente geen andere
mlk scholen of afdelingen heeft, moet er vanaf dat moment worden afgerekend met het
bijzondere mlk in de gemeente (artikelen 253, zesde lid en 254, vijfde lid). Eventuele extra uitgaven door de gemeente voor de afdeling pro vanaf 1 augustus
2000 doen mee in de overschrijdingsregeling van deel I wat betekent dat alle bijzondere
vo-scholen in die gemeente daarvan kunnen profiteren.
Zolang het bijzonder mlk niet is omgezet naar een afdeling pro, loopt het dus de overschrijding
mis.
-
2a. Een gemeentelijke openbare school voor mlk wordt omgezet in een school voor praktijkonderwijs.
In de meeste gevallen zal er sprake blijven van de FBS/Velo bekostiging van deel II
van de WVO. Omdat de bekostiging dan niet verandert, blijft ook de overschrijdingsregeling van
deel II van toepassing als en zolang er bijzonder mlk in de gemeente is. Dat is ook
het geval als het bijzonder mlk wordt omgezet naar een school voor pro met FBS/Velo
bekostiging.
-
2b. Een bijzondere school of afdeling voor mlk wordt omgezet naar een school voor praktijkonderwijs
met FBS/Velo bekostiging. Zolang er gemeentelijk mlk is, blijft de overschrijdingsregeling
van deel II van toepassing. Wordt het gemeentelijk mlk omgezet naar een afdeling pro
verbonden aan een gemeentelijke voschool, dan is de situatie vergelijkbaar met voorbeeld
1a.
De regeling uit Gele Katern 1998, nr. 24 regelt de bekostiging tot 1 augustus 2002.
De regeling is gebaseerd op de overgangsartikelen van de mavo/vbo/vso wet van 25 mei
1998, Stb. 337.
Per 1 augustus 2002 zal de bekostiging van het lwoo en pro ”inzakken” in deel I van
de WVO. Dat zal gebeuren met toepassing van artikel 77 lid 3 van de WVO. Bij of krachtens de Amvb op basis van dat artikel zal dan worden geregeld dat voor
wat betreft de scholen voor pro de huidige declaratie bekostiging (FBS/Velo) van toepassing
kan blijven en dus ook de overschrijdingsregeling apart moet worden toegepast, los
van de overige vo-scholen.