U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2004.]Geraadpleegd op 13-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-12-2002. Geldend van 31-12-2003 t/m 31-12-2003
Regeling houdende onder meer vaststelling van bedragen en factoren als bedoeld in het Bekostigingsbesluit WHW
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op artikel E.9, vierde lid, van de Invoeringswet W.H.B.O. en de artikelen 2.22, 3.3, 3.3a, 3.4a, 3.7, 3.12, tweede lid, 5.3, 5.4 en 5.5, vierde lid, van het Bekostigingsbesluit WHW;
Na overleg, bedoeld in artikel 1.2 van het Bekostigingsbesluit WHW,
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
In deze regeling wordt verstaan onder
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
het Bekostigingsbesluit WHW;
een opleiding van eerste inschrijving als bedoeld in artikel 1.1 onder j. van het besluit;
een student als bedoeld in artikel 1.1 onder k. van het besluit.
De bedragen bedoeld in artikel 2.22 van het besluit zijn:
a. voor de openbare universiteit te Maastricht: € 1.461.000;
b. voor de bijzondere universiteit te Amsterdam: € 906.000.
1 De indeling van de groepen van opleidingen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid en artikel 3.3a, eerste lid van het besluit wordt vastgesteld conform bijlage 1 bij deze regeling.
2 In bijlage 2 bij deze regeling is bepaald welke opleidingen als dezelfde opleiding worden aangemerkt, als bedoeld in artikel 3.3a, derde lid van het besluit.
3 De indeling van de opleidingen naar bekostigingsniveau als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid van het besluit, wordt vastgesteld conform bijlage 3 bij deze regeling.
1 De factor BNF bedoeld in artikel 3.3, zevende lid van het besluit is 0,35.
2 De factoren NBA en NBU bedoeld in artikel 3.3, zevende lid, van het besluit zijn:
voor opleidingen met een studielast van
in studiepunten t/m 31 augustus 2002
in studiepunten vanaf 1 spetember 2002
NBA
NBU
42
60
1,13
0,34
84
120
2,25
1,35
105
150
2,81
126
180
3,38
147
210
3,94
168
240
4,50
3 Bij opleidingen met een niet in het tweede lid genoemde studielast gelden de factoren NBA en NBU die van toepassing zijn voor de studielast die het dichtst ligt bij de studielast van de opleiding.
1 De opleidingen en groepen van opleidingen, waarop artikel 3.3b van het besluit van toepassing is en de hoogte van de limieten voor het aantal te bekostigen eerstejaarsstudenten voor die opleidingen worden vastgesteld conform bijlage 4 bij deze regeling.
2 De maximale onderwijsvraag per opleiding als bedoeld in artikel 3.4a, tweede lid, van het besluit, worden vastgesteld conform bijlage 5 bij deze regeling.
1 De niveaus bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, onder a. van het besluit worden onderscheiden in niveau p en niveau g, waarbij niveau p het hoogste niveau is.
2 De niveaus bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, onder b. van het besluit die niet gelijk zijn aan het in het eerste lid bedoelde niveau p, worden onderscheiden in de niveaus kuo-c, kuo-d en kuo-e.
3 De niveaus bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, onder c. van het besluit worden onderscheiden in de niveaus kuo-v1, kuo-v2, kuo-v3 en kuo-v4.
4 Ten behoeve van de berekening van het exploitatiedeel, bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, van het besluit, zijn de bedragen:
niveau
bedrag 2003 (euro)
p
5.548
g
4.324
kuo-c
6.162
kuo-d
10.803
kuo-e
17.190
kuo-v1
8.670
kuo-v2
9.855
kuo-v3
20.387
kuo-v4
35.133
De ruimtebehoeftenorm per hogeschool als bedoeld in artikel 3.12, tweede lid van het besluit wordt vastgesteld conform bijlage 6 bij deze regeling.
1 Het bedrag, bedoeld in artikel 5.5, vierde lid, van het besluit, is € 437,94, gedeeld door de factor, bedoeld in artikel 3.7, derde lid, van het besluit. Het bedrag wordt afgerond op hele euro's.
2 Onder aanvullende vergoeding wordt in dit artikel verstaan het bedrag dat wordt berekend als het product van de onderwijsvraag voor de desbetreffende opleiding bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, van het besluit, de factor bedoeld in artikel 3.7, derde lid, van het besluit en het bedrag bedoeld in het eerste lid.
3 De aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de opleidingen tot leraar basisonderwijs, voor de uitvoering van vernieuwingsprojecten gericht op een omslag naar een meer vraaggerichte werkwijze en meer in het bijzonder voor de bevordering van de integratie van informatie- en communicatietechnologie in de opleidingen, voor de navolgende activiteiten:
a. de ontwikkeling van een leeromgeving binnen de opleiding waarbij informatie- en communicatietechnologie in hoge mate aan bod komen, conform de doelstellingen in het uitwerkingsplan `Onderwijs On-line';
b. de ontwikkeling van een flexibel stelsel van voltijdse, deeltijdse en duale lerarenopleidingen alsmede van curriculumonderdelen in het perspectief van maatwerk voor de individuele student;
c. de extra aandacht voor vergroting van de deelname aan de opleidingen door allochtonen, mannen en onderwijsassistenten;
d. de versterking van samenwerking van de opleiding met basisscholen.
4 Ten minste een kwart van de aanvullende vergoeding wordt door de instelling besteed aan de activiteiten bedoeld in het derde lid onder a.
[Vervallen per 31-12-2003]
Aan de Hogeschool Brabant in Breda en aan de Hanzehogeschool Groningen wordt in het begrotingsjaar 2002 een additioneel bedrag toegekend ten behoeve van de voortgezette opleiding autonome beeldende kunst van € 108.300.
De verhoging van de onderwijsvraag voor de opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst voor het begrotingsjaar 2002 als bedoeld in artikel 5.3, vierde lid van het besluit wordt vastgesteld conform bijlage 7 bij deze regeling.
1 Het exploitatiedeel van de applicatiecursussen voor leerkrachten eigen taal en cultuur wordt berekend door de overeenkomstig artikel 3.4 van het besluit bepaalde onderwijsvraag te vermenigvuldigen met een bedrag van € 3.110.
2 De berekening van het huisvestingsdeel van de in dit artikel bedoelde opleidingen geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het besluit.
De regeling bekostiging hoger onderwijs van 14 maart 1994 wordt op 1 januari 2002 ingetrokken.
1 Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel 3.3, eerste lid, in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.
2 Artikel 3.3, eerste lid treedt in werking op 1 januari 2003.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling bekostiging hoger onderwijs 2002.
Deze regeling wordt met toelichting geplaatst in de Staatscourant met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Minister
L.M.L.H.A. Hermans
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.]
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen]
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling bekostiging hoger onderwijs 2002", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.