Bestuursreglement Uwv

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003.
Geldend van 03-07-2002 t/m heden

Bestuursreglement Uwv

De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 3, zesde lid, van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1

In dit bestuursreglement wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 De Raad van bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan die de voorzitter vervangt bij diens afwezigheid of ontstentenis.

  • 2 Hetgeen in dit reglement over de voorzitter is bepaald, is mede van toepassing op de plaatsvervangend voorzitter, wanneer deze de voorzitter vervangt.

Artikel 3

  • 1 De Raad van bestuur oefent de taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de wet of enige andere wet aan het Uwv zijn opgedragen.

  • 2 De Raad van bestuur regelt de onderlinge verhouding en de taakverdeling tussen de voorzitter en de leden.

  • 3 De voorzitter van de Raad van bestuur vertegenwoordigt het Uwv in en buiten rechte.

  • 4 De Raad van bestuur kan bepaalde taken en bevoegdheden mandateren aan de voorzitter, aan een of meer leden en aan functionarissen van het Uwv.

    De Raad van bestuur kan daarbij tevens bepalen dat de gemandateerde de bevoegdheid heeft om ondermandaat te verlenen.

Artikel 4

  • 1 De Raad van bestuur vergadert op het hoofdkantoor van het Uwv tenzij de voorzitter een andere plaats aanwijst.

  • 2 De Raad van bestuur vergadert regelmatig op de door de voorzitter vast te stellen data en tijdstippen en voorts telkens als een of meer leden dat met redenen omkleed verzoeken.

  • 3 Van elke vergadering wordt een zakelijk verslag opgemaakt, ter vaststelling in de eerstvolgende vergadering.

  • 4 De vergaderingen van de Raad van bestuur zijn niet openbaar.

Artikel 5

  • 1 Besluitvorming binnen de Raad van bestuur geschiedt eenstemmig.

  • 2 Indien blijkt dat over een bepaalde aangelegenheid geen eenstemmige besluitvorming mogelijk is omdat een of meer leden overwegende bezwaren hebben tegen het standpunt van de overige leden, wordt - behoudens in spoedeisende gevallen in welk geval de voorzitter beslist - de besluitvorming omtrent die aangelegenheid uitgesteld tot een volgende vergadering.

  • 3 Indien in de volgende vergadering blijkt dat nog steeds geen eenstemmige besluitvorming mogelijk is, beslist de voorzitter.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Amsterdam, 19 maart 2002

T.H.J. Joustra

voorzitter